Michael. Gabriel. Raphael. Dit zijn waarschijnlijk de drie meest bekende engelen in de Christelijke wereld. Zij zijn ook de drie die de meeste Christenen als aartsengelen zouden noemen. Over de namen van de andere aartsengel of de andere vier aartsengelen, afhankelijk van of iemand gelooft dat er vier of zeven aartsengelen zijn, valt te twisten. Sommige mensen zouden Jermiel, Uriel of Zarcheil als de andere aartsengelen noemen. Anderen zouden de resterende aartsengelen Saraqael, Barachiel of Phanuel noemen. De status van Michaël, Gabriël en Rafaël wordt echter zelden in twijfel getrokken.

Helaas blijkt Rafaël voor de meeste mensen nogal moeilijk te lokaliseren in de Bijbel. De aartsengel Michaël wordt vijf keer in de Bijbel genoemd, en Gabriël is de beroemdste van alle engelen, omdat hij degene is die de onbevlekte ontvangenis aan Maria aankondigt. Een snelle blik op de Schrift laat echter zien dat Rafaël, een aartsengel die bijna evenveel aandacht en prestige krijgt als Michaël en Gabriël, nergens te vinden is. Dit komt omdat Rafaël niet bij naam voorkomt in de gecanoniseerde Geschriften.
De Bijbel had niet altijd de vorm die de meeste christenen vandaag de dag kennen en liefhebben. De volgorde en het aantal boeken in de Bijbel is in de loop van zijn lange geschiedenis herhaaldelijk veranderd. In feite bestond er gedurende de eerste drie eeuwen van de christelijke geschiedenis niet zoiets als “de Bijbel”. Pas in de Paasbrief van Athanasius van 367 na Christus werd er ooit een Bijbelse canon opgesomd, en de door hem voorgestelde canon werd pas twee eeuwen later definitief vastgesteld. Toen de moderne Bijbelse canon definitief werd vastgesteld, waren er een aantal boeken die om politieke en culturele redenen uit de Schrift werden geweerd. De Handelingen van Paulus en Thecla, bijvoorbeeld, werden gezien als een aanmoediging tot een te grote onafhankelijkheid van vrouwen. Uitgerekend het Evangelie van Johannes was een bron van onenigheid, omdat het op een gnostische manier kon worden geïnterpreteerd.

De mannen die de uiteindelijke vorm van de Bijbel vaststelden, stelden zich tevreden met het feit dat de boeken die zij uitsloten en als ketters bestempelden, stilletjes uit de geschiedenis zouden verdwijnen. Helaas voor hen waren sommige vroege christenen nogal gehecht aan die verhalen en bleven ze die doorgeven. Sommige van deze boeken zouden later weer aan de Bijbel worden toegevoegd om een “completere” versie te maken. De oude vormgevers van de Bijbel konden ook niet precies voorspellen hoe gretig moderne geleerden en archeologen zouden zijn naar bijbelse geschiedenis van welke aard dan ook. “Verloren” boeken waren vaak het onderwerp van meer studie dan gecanoniseerde boeken. Deze verloren, vergeten en uitgesloten boeken werden gezamenlijk de Apocriefen genoemd, van het Griekse woord apokruptein of “weggestopt”. Het is in deze boeken dat de naam van Rafaël wordt gevonden.

De engel Rafaël is een hoofdpersoon in het apocriefe Boek Tobit. In Tobit wordt Rafaël gezonden om Tobit en Tobit’s zoon, Tobias, te helpen. Tobit is een rechtschapen Israëliet die verblind werd door vogelpoep. Rafaël beweert de verwant van Tobit te zijn, Azarja, en biedt aan Tobias te helpen het geld terug te krijgen dat Tobit in Media heeft gedeponeerd. Onderweg naar de stad vertelt de vermomde Rafaël Tobias dat hij recht heeft op de hand van een vrouw, Sarah genaamd, die “verstandig, dapper en heel mooi” is. Sarah is echter vervloekt door een demon en al haar huwelijkskandidaten zijn gestorven tijdens hun huwelijksnacht. Raphael zegt Tobias toch om Sarahs hand te vragen en instrueert Tobias dan hoe hij de demon moet uitdrijven. Tobias volgt Rafaëls instructies op, en Rafaël achtervolgt de vluchtende demon en bindt hem vast. Het pasgetrouwde stel en de vermomde engel keren dan terug naar Tobias, waar Rafaël Tobias geneest en eindelijk zijn identiteit onthult. Hij verklaart dat hij niet Azarja de Israëliet is, maar “Rafaël, een van de zeven engelen die gereed staan en ingaan voor de heerlijkheid van de Heer.”

Het Boek Tobit is opgenomen in de katholieke en orthodoxe bijbelse canons, maar het is niet het enige apocriefe boek waarin Rafaël voorkomt. Rafaël komt ook voor in het Boek van Henoch, een ander apocrief boek uit het Oude Testament. Henoch heeft een bijna mythische status bereikt omdat het zo afwijkt van veel van de andere boeken van het Oude Testament. Henoch beschrijft de aartsengelen, de “heilige zonen van God”, gevallen engelen en reuzen die de “Nephilim” worden genoemd. Het boek is een bron van fascinatie geweest voor doemdenkers, mystici en geleerden. Het is ook het boek dat herhaaldelijk Michael, Gabriel, Raphael en Phanuel noemt als bijzonder belangrijke of machtige engelen.
Enoch blijft een veel geciteerde bron voor mensen die geïnteresseerd zijn in engelen en aartsengelen, maar één theorie stelt dat Henoch meer was dan een profeet die de hemel bezocht in visioenen en dromen. Sommige Mormonen geloven dat Henoch eigenlijk de aartsengel Rafaël zelf was. Gezien de manier waarop Rafaël zich wekenlang vermomde toen hij met Tobias reisde, is het niet onmogelijk dat de engel eerder een sterfelijke gedaante heeft aangenomen. Hij is een van de, zo niet de enige, engel waarvan ooit is vastgesteld dat hij zich voordeed als een gewone man.
De aartsengel Rafaël is voor veel Christenen zo’n centrale plaats gaan innemen dat mensen stomverbaasd zijn als ze vernemen dat hij nooit bij naam wordt genoemd in de gecanoniseerde Bijbel. In plaats daarvan komt hij voor in apocriefe boeken als Tobit en Henoch en in vroegchristelijke, niet-Bijbelse geschriften. Desondanks neemt hij in veel christelijke harten dezelfde plaats in als Michaël en Gabriël. Hij wordt aangekondigd als de engel van genezing en de engel die de bazuin zal laten schallen die de Dag des Oordeels aankondigt.
Ondanks al zijn culturele betekenis voor het christendom is Rafaël geen belangrijk personage in de verhalen die in de Bijbel staan. Tenminste, dat lijkt hij niet te zijn. Gezien zijn kennelijke neiging om zich te vermommen als een sterfelijk mens, zou Rafaël zich in feite in elk boek van de Bijbel kunnen verbergen, en de moderne lezer zou zich even weinig van de engel bewust zijn als de stervelingen die duizenden jaren geleden naast hem stonden.