Alfalfahooi, kaf, stro of andere vormen van ruwvoer moet het lam ter beschikking worden gesteld nog voordat het is gespeend. Hij zal op natuurlijke wijze beginnen te knabbelen op deze waardevolle bronnen van vezels, wat de ontwikkeling van zijn “pens”, of eerste maag, ten goede zal komen.

Nadat hij gespeend is, kan zijn melk en ruwvoer aangevuld worden met graankorrels. De graanvoorbereiding zal langzaam toenemen totdat hij meer graan, gras en hooi dan melk consumeert. Op dat moment kan hij gespeend worden van melk, en volledig overgaan op een volwassen dieet.

Hoewel het spenen van lammeren niet moeilijk is, en in verschillende tempo’s kan gebeuren, is dit een belangrijk moment voor zorgvuldige observatie. Lammeren die consequent aan diarree lijden, depressief of lusteloos lijken, uitbraken van zweren of andere kwalen hebben, moeten wellicht weer worden bijgevoederd met melk. Onevenwichtigheden in de voeding in deze groeifase van hun leven kunnen een verwoestend effect hebben, en mogelijk dodelijk zijn als ze niet goed in de gaten worden gehouden.

Bij twijfel moet u altijd een veearts in de buurt hebben om uw kleine kudde te begeleiden tot gelukkige, actieve en bloeiende jonge schapen.