Bladmuziekcover 'Jim Crow Jubilee' geïllustreerd met karikaturen van Afro-Amerikaanse muzikanten en dansers. Oorspronkelijk was Jim Crow een personage in een lied van Thomas Rice. (racisme, segregatie)

© Everett Historical/.com

Van het einde van de jaren 1870 tot aan de triomfen van de burgerrechtenbeweging in de jaren 1950 en 1960 was er in Amerika sprake van gereglementeerde rassenscheiding in waterfonteinen, toiletten, restaurants, logies en vervoer, en in “gescheiden maar gelijke” scholen. Dit alles werd wettelijk bekrachtigd door het Hooggerechtshof van de Verenigde Staten (Plessy v. Ferguson, 1896) en gecodificeerd door de zogenaamde Jim Crow-wetten. Het is niet duidelijk hoe Jim Crow, het personage dat de blackface minstrelsy in de 19e eeuw populair maakte, geassocieerd werd met deze wetten, maar het gebruik van dit symbool zegt alles over de aard en de bedoeling van de wetten.

Men denkt dat het personage van Jim Crow rond 1830 voor het eerst werd opgevoerd door Thomas Dartmouth (“Daddy”) Rice, een rondreizende blanke acteur. Rice was niet de eerste acteur die vodden aantrok en zijn gezicht zwart maakte met gebrande kurk om een spottende overdreven imitatie van een Afro-Amerikaan neer te zetten, maar hij was wel de beroemdste, en zijn succes hielp de minstrelsy te vestigen als een populaire theatervorm die bloeide van ongeveer 1850 tot 1870.

Rice introduceerde het personage dat bekend zou worden als Jim Crow voor het eerst tussen de bedrijven door van een toneelstuk genaamd The Kentucky Rifle, waarin hij een potsierlijke uit balans geraakte dans uitvoerde terwijl hij “Jump Jim Crow” zong, dat zijn acties beschreef (“Weel about and turn about and do jis so/Eb’ry time I weel about I jump Jim Crow”). Hij portretteerde het personage voornamelijk als een domme hansworst; in dit proces creëerde Rice niet alleen het sjabloon voor andere typische minstrel show personages, maar hij voedde, verhoogde en populariseerde ook verderfelijke stereotypen van Afrikaanse Amerikanen, zelfs als zijn presentatie de blanke fascinatie voor de zwarte cultuur weerspiegelde.

Tegen het einde van de jaren 1830 was “Jim Crow” een pejoratief epitheton geworden voor Afrikaanse Amerikanen, hoewel het aantoonbaar niet zo wijdverbreid was noch zo vijandig spottend als sommige andere termen. Het feit dat Jim Crow aan het eind van de 19e eeuw werd gebruikt als aanduiding voor de wetten die de blanke overheersing in het Amerikaanse Zuiden na de Wederopbouw herstelden, toont aan hoe de vernederende karikatuur werd gebruikt om opvattingen over de vermeende inferioriteit van Afro-Amerikanen te legitimeren en om het ontzeggen van gelijkheid en toegang te rationaliseren, wat de kern van de segregatie vormde.