Een tweevoeter is een dier dat twee poten gebruikt om zich voort te bewegen. Sommige zijn heel snel, sommige springen heel ver, sommige stammen af van een lange rij afschuwelijke beesten. Maar zijn twee poten echt beter dan vier? Dat hangt ervan af aan wie je het vraagt!

Bipedalisme is geen kwestie van superioriteit; het gaat om energie en evolutie. Denk eens aan vogels. Als ze niet vliegen, huppelen, paraderen of rennen ze rond op twee poten. Weet je waarom ?

Heb je ooit gehoord van de Eoraptor ? Deze kleine, tweebenige dinosaurus stalkte de aarde zo’n 230 miljoen jaar geleden en wordt verondersteld de gemeenschappelijke voorouder van alle dinosaurussen te zijn. Dit verklaart waarom zoveel dinosauriërs tweevoetig waren, en aangezien vogels uit dinosauriërs zijn geëvolueerd, verklaart dit waarom ook zij slechts twee voeten gebruiken.

Wat de zoogdieren betreft, er zijn er niet veel die echt tweevoetig zijn. Kangoeroes zijn ongeveer 45 miljoen jaar geleden geëvolueerd om op twee poten te springen, maar als ze zich in een langzamer tempo voortbewegen, staan ze weer op handen en voeten. Hagedissen en zelfs kakkerlakken zijn op dezelfde manier.

De snelste hagedis ter wereld, de stekelstaartleguaan, bereikt zijn topsnelheid op twee poten in plaats van vier.

Maar dit betekent niet dat tweebenigheid sneller is. Terwijl de stekelstaartleguaan 34,6 km/u (21,5 mph) kan rennen, verdrievoudigt de cheetah met vier poten hem, met snelheden van meer dan 100 km/u (62 mph). Dat wil zeggen, in een sprint. Over lange afstanden blijken tweevoeters snellere lopers te zijn, en dat komt omdat twee benen minder energie vergen.

In een recente studie hebben wetenschappers mensen en chimpansees op loopbanden gezet en hun energieverbruik vergeleken. De resultaten toonden aan dat mensen 75% minder energie verbruikten als ze rechtop liepen dan chimpansees als ze op handen en voeten liepen.

Hoewel chimpansees de dichtstbijzijnde moderne verwant van de mens zijn, zijn we verder terug van elkaar verwijderd dan je zou denken. Ongeveer 4 tot 7 miljoen jaar geleden werden de beenderen van de mens langer en dikker, terwijl onze heupstructuren zich aanpasten aan het lopen op twee benen. Deze evolutionaire verschuiving spaarde niet alleen energie, maar maakte ook mensenhanden vrij om gereedschap te maken, voedsel te verzamelen en trofeeën te hijsen!

Je kunt praten en wandelen, maar vergeet niet, je kunt niet zo snel sprinten als een auto, of 25 voet in een keer springen.