AnneFrankOp 12 april geef ik een lezing in Raleigh, North Carolina, in het kader van de productie van Het Dagboek van Anne Frank door Burning Coal Theatre.

Dankzij de publicatie van haar dagboek is Anne een van de beroemdste slachtoffers van de Holocaust. Het dagboek begint op 14 juni 1942 – twee dagen nadat Anne het boek voor haar dertiende verjaardag had gekregen. Slechts drie weken later duikt Anne met haar familie onder in het kantoorpand van haar vader in Amsterdam, in een aanbouw die verborgen is achter een boekenkast. Twee jaar lang hielden zij zich daar succesvol schuil. Het dagboek eindigt op 1 augustus 1944, als Anne en haar familie worden gearresteerd en gedeporteerd naar concentratiekampen. Anne stierf begin maart aan tyfus in Bergen-Belsen, enkele weken voordat de Britse troepen het kamp zouden bevrijden.

Annes dagboek is dat van een typisch meisje dat worstelt om haar ware ik te ontdekken in haar vroege tienerjaren. Ze had een hechte band met haar vader, maar lag vaak overhoop met haar moeder en had soms ruzie met haar zus. Ze was boos op de oudere tandarts met wie ze een slaapkamer moest delen. Aanvankelijk was ze op haar hoede voor Peter, het enige kind van de familie Van Daan (eigenlijk Van Pels) die ook in het bijgebouw woonde, maar uiteindelijk werd ze verliefd op Peter.

Anne was een gewoon tienermeisje, en het is juist haar normaliteit die haar zo belangrijk maakt. Het is bijna onmogelijk voor iemand om de overweldigende omvang van de naar schatting elf miljoen doden te bevatten. Het is veel gemakkelijker om verhalen over individuele mensen te verwerken. Dit is natuurlijk de reden waarom lezers zich aangetrokken voelen tot de memoires van mensen als Anne Frank, Primo Levi en Elie Wiesel, wier persoonlijke verhalen de anders zo onpeilbare tragedie van de Holocaust kunnen helpen vermenselijken.

Tijdens het schrijven van Violins of Hope ontdekte ik dat het even nuttig was om me te concentreren op verschillende musici die door de Holocaust waren getroffen, zodat ik de ongenuanceerde feiten en cijfers kon overstijgen en me in plaats daarvan op individuele levens kon concentreren. Het hoofdstuk over de Wagner Viool vertelt het verhaal van de oprichting van het Israël Filharmonisch Orkest, maar binnen de grotere context van de ontberingen waarmee alle Duitse Joden te maken kregen tijdens de begindagen van het Derde Rijk. Het hoofdstuk over Erich Weininger gaat eigenlijk over de beproevingen waarmee alle Joden te maken kregen die probeerden te emigreren. En het hoofdstuk over de Auschwitzviool geeft een inzicht in het lijden van de achterblijvers. Evenzo werpen de hoofdstukken over Ernst Glaser, Feivel Wininger en Motele Schlein een licht op het lot van Joden in Noorwegen, Roemenië en Oekraïne.

Dit is wat Violins of Hope naar ik hoop zo bijzonder zal maken. Elke viool vertelt een ander verhaal van één muzikant, wat hij heeft meegemaakt met zijn familie, en hoe hij muziek gebruikte om in leven te blijven.

Facebooktwitterredditpinterestlinkedinmail