“In de Hoge en Verre Tijden had de Olifant, O Beste Geliefde, geen slurf. Hij had alleen een zwartachtige, bolle neus, zo groot als een laars, die hij van links naar rechts kon wriemelen…” Rudyard Kipling
De olifant kreeg zijn slurf, zo gaat het verhaal, omdat een klein olifantenkind zo nieuwsgierig was naar wat een hongerige krokodil at als avondeten, dat hij er te dicht bij kwam. De krokodil beet en trok toen aan zijn bolle neus en rekte hem uit.
Vanaf dat moment kon het olifantenkind met gemak grote bundels gras in zijn bek proppen.
De waarheid is natuurlijk waarschijnlijk anders dan Rudyard Kipling’s olifantenkind-verhaal.
En nu hebben onderzoekers geprobeerd te begrijpen wat dat precies is; en vast te stellen waarom olifanten en giraffen zulke lange slurven en tongen hebben.
Het antwoord ligt bij de hoeveelheid voedsel die ze nodig hebben om te eten, suggereert een nieuwe studie. Het is gepubliceerd in het tijdschrift Acta Zoologica.
Een team heeft gemodelleerd hoe de tongen en slurven van 18 soorten herbivoren zich verhouden tot de hoeveelheid voedsel die ze tijdens het grazen opnemen.
De zachte lichaamsdelen – de lippen tongen en slurven – zijn de sleutel tot hun overleving
De slurf van de olifant, zo ontdekten zij, was van vitaal belang voor hem om voldoende voedsel op te nemen in verhouding tot de grootte van zijn mond. Dat gold ook voor de tong van de giraffe. Ze hielpen de herbivoren ook om zachtere, voedzamere planten te eten, zoals bladeren.
Het team gebruikte een modelleerproces dat allometrische schaling wordt genoemd, een bekende biologische “wet” die stelt dat de grootte van een dier in verhouding staat tot hoeveel het eet.
“We zagen dat ze veel meer aten dan je op basis van hun mondvolume en schedelafmetingen zou voorspellen,” legt een van de co-auteurs van de studie, Fred de Boer van de Wageningen Universiteit in Nederland, uit.
“In principe zijn de zachte lichaamsdelen – de lippen tongen en slurf – de sleutel tot hun overleving, anders zouden ze niet voldoende voedsel tot zich kunnen nemen,” voegt de Boer toe.
Hoeveel ze in één keer kunnen bijten (bijtvolume) is dus een direct gevolg van deze langgerekte zachte monddelen. Kleinere herbivoren zoals een antilope hebben geen grote tong nodig om voldoende voedsel te eten.
Niet alleen zijn deze structuren essentieel voor het overleven van de huidige olifanten en giraffen, het team stelt verder dat ze zijn geëvolueerd als een directe aanpassing aan de kwaliteit van eetbare planten in hun omgeving.
Het kan ook verklaren waarom sommige grotere herbivoren zijn uitgestorven, zegt de Boer. In tijden van plotselinge klimaatverandering, toen voedsel schaarser of minder voedzaam werd, ontbrak het andere soorten wellicht aan geschikte tongen of slurven om voldoende voedsel te eten om te overleven.
Omdat zacht weefsel niet bewaard is gebleven in het fossielenbestand, beweren andere onderzoekers echter dat er meer achter de ontwikkeling van tongen en slurven zit.
Paleontoloog William Sanders van de Universiteit van Michigan, VS, is er niet van overtuigd dat deze nieuwe analyse antwoord geeft op andere aspecten van de ontwikkeling van herbivoren die een even belangrijke rol zouden kunnen hebben gespeeld bij de evolutie van tong en slurf.
De grootte van de tanden van een dier, hoe het deze in zijn bek vervangt, en hoe de ingewanden van een dier werken, zouden allemaal van invloed zijn op hoe het eet, en van invloed zijn op de evolutie van slurf of tong.
“Schedels, gezichten en monden worden gevormd uit onderling samenhangende anatomische complexen, en dat de evolutie van één deel van deze complexen bijna altijd een effect zal hebben op de andere,” zegt hij.
Op ongeveer acht miljoen jaar geleden waren de voorouders van de olifant sterk afhankelijk van grazen van de grond, maar ze hadden twee sets langwerpige slagtanden, waardoor ze niet met alleen hun mond konden eten.
De slurf van de olifant, zegt hij, evolueerde tot zo’n lengte om plaats te bieden aan zijn grote slagtanden.
Dus in één aspect van zijn verhaal zat Kipling er toch nog niet zo ver naast. Het olifantenkind kon zeker meer eten met zijn langgerekte slurf, net als alle andere olifanten die nu nog leven.
Volg Melissa Hogenboom en BBC Earth op twitter.
Geef een antwoord