Er is weinig bekend over Vincent van Gogh’s schooltijd. Zijn zus Elizabeth, 6 jaar jonger dan hij, herinnerde zich niet veel over zijn schooltijd en het weinige dat zij zich herinnerde is onjuist bevonden. Jo van Gogh-Bonger wist ook niet veel over Vincent’s schooltijd, wat zij wist heeft zij waarschijnlijk van haar schoonmoeder geleerd.

Vincent van Gogh werd geboren in Zundert, een dorp in Brabant, in het zuiden van Nederland, waar zijn vader, Theodorus van Gogh, predikant was van de Protestantse parochie. Hier begon zijn opvoeding. In 1861 begon Vincent van Gogh zijn schoolopleiding op de school in het dorp waar 1 leraar les gaf aan ongeveer 200 leerlingen. Zijn ouders vonden echter dat hij te ruw werd door het dagelijkse gezelschap van boerenjongens in het dorp. In plaats daarvan zochten zijn ouders een gouvernante om de zes Van Gogh kinderen op de pastorie les te geven.

Op 1 oktober 1864, 11 jaar oud, stuurden Van Gogh’s ouders hem naar de kostschool van Jan Provily in Zevenbergen, ongeveer 20 mijl van Zundert. Hij bleef op het internaat tot begin 1866, toen hij klaar was om naar de middelbare school te gaan. Zijn ouders kozen ervoor hem naar de pas geopende, door de staat gesponsorde, Rijks Hogere Burgerschool “Willem II” in Tilburg te sturen. De school was gevestigd in het gebouw dat ooit het paleis was geweest van wijlen Koning Willem II. Het gebouw was door leden van het Nederlandse koningshuis aan de gemeente Tilburg geschonken en toen de vernieuwde school in 1866 werd geopend, behoorde Van Gogh tot de eerste klas leerlingen.

De school werd door de overheid geleid en bood goede salarissen en had negen gediplomeerde onderwijzers in dienst. In september 1866 waren er 36 leerlingen op de school. De school bood geen onderdak aan de leerlingen, dus moest er een kostschool voor Vincent worden gevonden. Van Gogh werd ondergebracht bij J. Hannik, zijn vrouw en hun zoon, een jongen die vijf jaar ouder was dan Vincent.

De school had een voorbereidende klas maar Van Gogh werd meteen in de eerste klas (7e klas) geplaatst omdat hij een uitstekende lagere opleiding had genoten. Het weekrooster op de school was rigoureus: Nederlands en Duits 3 uur per week, Frans en Engels 5 uur, rekenen, geschiedenis en aardrijkskunde elk 3 uur per week, meetkunde en lineair tekenen 1 uur per week, tekenen uit de vrije hand 4 uur per week, plantkunde, zoölogie, kalligrafie, en gymnastiek elk 2 uur per week.

De ongewoon grote hoeveelheid tijd die aan tekenen uit de vrije hand werd besteed, stond onder leiding van Cornelius C. Huysmans, een bekend nationaal figuur en kunstpedagoog. Huysmans was een pionier in de Nederlandse kunsthervorming.

Na examens, in juli van 1867, werden Van Gogh en 4 andere studenten bevorderd naar de tweede klas, terwijl 5 anderen werden gehandhaafd. Dit is een aanwijzing dat Van Gogh een intelligente jongen was.

Van Gogh maakte het tweede schooljaar niet af. In maart 1868, een paar maanden voor het einde van het schooljaar, verliet hij abrupt de school en keerde terug naar Zundert. Het is onduidelijk waarom hij de school verliet, maar dit was het einde van zijn formele opleiding.

Jennifer Couch