Varkens, varkens, of varkens bestaan uit ongeveer acht soorten zoogdieren in de familie Suidae, die deel uitmaakt van de orde Artiodactyla, de evenhoevigen met evenhoeven. Varkens zijn nauw verwant met de pekari’s (familie Tayassuidae) en de nijlpaarden (familie Hippopotamidae). De natuurlijke verspreiding van varkens omvat Afrika, Europa en Azië, maar één soort, het tamme varken (Sus scrofa), wordt nu bijna wereldwijd aangetroffen als tamme en verwilderde soort.
Varkens hebben een relatief grote kop, met een lange, kegelvormige snuit, kleine ogen, lange oren, een korte nek, korte poten, en een stevig lichaam. De huid van varkens is dik en taai, en hij kan dun of dik behaard zijn, afhankelijk van de soort. De grootste varkens kunnen meer dan 300 kg wegen.
Varkens hebben een platte, kraakbenige, kneedbare, bijna haarloze neus die zeer tastbaar is, en samen met de uiterst scherpe reukzin helpt hij deze dieren bij het vinden en uitwieden van hun voedsel, dat vaak onder de grond begraven ligt. Varkens hebben ook een uitstekend gehoor, dat hen zeer nuttig is om de activiteiten van potentiële roofdieren op te merken. Varkens hebben echter een slecht gezichtsvermogen en kunnen alleen over korte afstanden goed zien. De hoektanden van varkens groeien voortdurend, en bij mannelijke dieren (of beren) kunnen deze zeer groot zijn, en zich als slagtanden buiten de bek krullen. Deze scherpe tanden kunnen door volwassen varkens worden gebruikt als slagwapens, hetzij ter verdediging tegen een roofdier, hetzij in gevechten tussen mannelijke varkens tijdens het voortplantingsseizoen.
Varkens zijn omnivore dieren, die een zeer gevarieerd dieet eten. Het meeste voedsel dat varkens eten bestaat uit plantaardige weefsels, vooral ondergrondse wortels, wortelstokken en knollen, die met de snuit worden uitgegraven. Varkens eten ook het gebladerte van vele planten, alsmede noten, zaden en vruchten die op de grond kunnen worden gevonden. Varkens zijn opportunistische roofdieren en eten gretig vogeleieren en nestjongen als die worden ontdekt, maar ook kleine knaagdieren, slangen en andere prooien. Varkens vallen ook grotere, invalide dieren aan, en eten aas.
Varkens komen voor in een breed scala van habitats, van alpiene toendra’s, via de meeste soorten gematigde en tropische bossen, savannes, moerassen, en de nabijheid van menselijke nederzettingen. Natte plaatsen zijn een noodzakelijk bestanddeel van alle leefgebieden van varkens, omdat modderbaden belangrijk is voor de lichamelijke en geestelijke gezondheid van deze dieren.
De meeste varkenssoorten zijn sociaal, waarbij de dieren over het algemeen leven in familiegroepen die ten minste bestaan uit een volwassen vrouwtje (of zeug) en haar jongen. Volwassen beren leven over het algemeen solitair, behalve tijdens de paartijd. Knorrende en piepende geluiden zijn belangrijk in de communicatie tussen varkens. Babyvarkens zijn vroegrijp en kunnen zich al enkele uren na hun geboorte voortbewegen. Biggenbroedsels kunnen vrij groot zijn, soms meer dan een dozijn biggen. Jonge varkens worden vaak het slachtoffer van roofdieren, maar volwassen dieren kunnen zich fel verdedigen en zijn geen gemakkelijke prooi. Varkens kunnen wel 25 jaar oud worden.
Geef een antwoord