Universele screening is de eerste stap in het identificeren van leerlingen die risico lopen op leerproblemen. Het hoofddoel ervan is de academische vaardigheden en de betrokkenheid te evalueren en leerlingen te identificeren van wie de prestaties niet overeenstemmen met die van hun medeleerlingen. De universele screening voor lezen en rekenen wordt bij alle leerlingen (PK-10) drie keer per jaar afgenomen, aan het begin van het jaar, in het midden van het jaar en aan het eind van het jaar. De klasleerkracht voert de screenings uit. Zorgvuldige documentatie van de resultaten van de screening is belangrijk om de behoeften van de leerlingen nauwkeurig vast te stellen. Als uit de resultaten van de universele screening blijkt dat een individuele leerling onder de maat presteert, moeten voor elke leerling interventies worden ontworpen op basis van hun individuele sterke en zwakke punten. Deze leerlingen zullen voortdurend worden gevolgd door middel van voortgangsbewaking. Door het district goedgekeurde interventies worden gebruikt om te voorkomen dat leerlingen niet aan de academische verwachtingen en/of de betrokkenheidseisen voldoen en dus intensievere interventies nodig hebben. Het doel van door de wijk goedgekeurde interventies is het proactief aanleren en ondersteunen van gewenst academisch en sociaal gedrag voor alle leerlingen.

Een secundair doel voor universele screeners is dat het campusdocenten, begeleiders en beheerders in staat stelt om de effectiviteit van Tier I instructie te onderzoeken. Volgens RtI onderzoek, wanneer we de gegevens van de universele screener verzamelen en analyseren, moeten we in staat zijn om gemakkelijk de 15-20% van de studenten te identificeren die onder hun niveau presteren. Als meer dan 20% van de leerlingen in een klas of klas slecht presteert, dan moet het personeel de volgende variabelen in overweging nemen:

  • Effectiviteit van het kerncurriculum
  • Vereiste ontwikkelings- en voorkennis
  • Achtergrondinformatie van de leerling
  • Vaardigheden die de bouwstenen vormen voor het verwerven vanvaardigheden
  • Betrokkenheid van leerlingen en nadruk op leren
  • Inachtneming van de vereiste aanpassingen/wijzigingen zoals beschreven in IEP/504 plannen
  • Ontwerpen van klaslokalen, procedures, en verwachtingen