Section 4, Article 2 – Ongeveer 38 weken na de conceptie is de baby klaar om geboren te worden. Het geboorteproces kan worden opgedeeld in drie stadia van bevalling. In de eerste fase komen de weeën van de baarmoeder aanvankelijk om de 8 tot 10 minuten, en duren elk ongeveer 30 seconden. Naarmate de tijd verstrijkt, worden de weeën frequenter en intenser, bijvoorbeeld om de 2 minuten, en duren ze langer dan 2 minuten. De baarmoederhals – die de baarmoeder van de vagina scheidt – gaat dan zo ver open dat het hoofdje van de baby erdoor kan. Deze fase is de langste van de drie. In de tweede fase begint het hoofdje van de baby door de baarmoederhals en de vagina te bewegen. Dit stadium duurt gewoonlijk ongeveer 90 minuten en eindigt wanneer de baby volledig uit het lichaam van de moeder is. In de derde fase worden de navelstreng – die nog steeds aan de nieuwe baby vastzit – en de placenta uit de moeder verwijderd. Dit stadium is heel snel en gemakkelijk, want het duurt maar een paar minuten.

De eerste minuten van het leven van een pasgeborene zijn cruciaal voor het bepalen van de gezondheid van de baby, en de APGAR-schaal is een snelle manier om dat te testen, met behulp van het acroniem APGAR. Een aantal vitale tekenen worden beoordeeld, waaronder de volgende: de kleur van de baby (uiterlijk), hartslag (pols), reflexen (grimas), spierspanning (activiteit), en ademhalingsinspanning (ademhaling). Aan de hand van een eenvoudige schaal van 0 tot 2 worden deze elementen gemeten op 1 minuut en 5 minuten na de geboorte. Telkens wanneer dit wordt gedaan, wordt de gecombineerde score van alle vijf vitale tekenen vergeleken met de maximumscore van 10, die zelden wordt gehaald.