Om kennis over doofblindheid (DB) en congenitale doofblindheid (CDB) te verzamelen, is een belangrijke factor de vergelijking van resultaten tussen verschillende wetenschappelijke studies. In een poging om een systematische review van de literatuur over cognitieve evaluatie en CDB te doen, werden aanzienlijke moeilijkheden ondervonden bij het bepalen van de geschiktheid van de studies als gevolg van heterogeniteit in de definities en inclusiecriteria die in de artikelen werden gebruikt. Deze systematische review beoogt zowel een overzicht te geven van deze terminologische en methodologische heterogeniteit als suggesties te doen voor betere toekomstige onderzoekspraktijken. Een systematische review van definities gebruikt in (N = 30) studies waarin psychologische evaluatie van mensen met CDB werd toegepast, diende als steekproef van de wetenschappelijke literatuur over DB en CDB. Ontbrekende of heterogene definities en inclusiecriteria voor zowel DB als CDB komen duidelijk naar voren in de steekproef. Vijftig procent van de studies gaf geen definitie van DB en 76,7% gaf geen definitie van CDB. De belangrijkste discrepanties zijn: (1) medische/functionele versus vermogen/functie definities met betrekking tot DB; en (2) verschillende criteria voor het ontstaan van DB in het geval van het definiëren van CDB (bv. leeftijd versus ontwikkelingsniveau). De resultaten van deze studie vestigen de aandacht op een wetenschappelijk inadequate benadering van de studie van DB en CDB. De bevindingen wijzen erop dat duidelijke richtlijnen voor steekproefbeschrijvingen van de DB en/of CDB populaties nodig zijn. Er wordt gesuggereerd dat studies met DB- en CDB-deelnemers de volgende informatie verstrekken: gebruikte definities van DB en CDB; ernst van de zintuiglijke beperkingen; niveau van zintuiglijke bekwaamheid in relatie tot mobiliteit, toegang tot informatie en communicatie; leeftijd bij aanvang van DB; en zowel communicatie- als taalvaardigheid bij aanvang van DB.
Geef een antwoord