Doelstellingen/hypothese: Het beoordelen en definiëren van het pijnniveau na een neuscorrectie en septoplastiek en het beter definiëren van de sterkte en hoeveelheid postoperatieve opioïden die nodig zijn.
Studieopzet: Prospectief uitkomstenonderzoek.
Methoden: Twee groepen patiënten werden ingeschreven. Eén groep onderging een septoplastie met/zonder turbinaatreductie en de andere groep onderging een functionele en/of cosmetische neuscorrectie (met/zonder septoplastie). De patiënten vulden een logboek van 15 dagen in (dagelijks, beginnend op de dag van de operatie) om de gebruikte pijnstillers en het dagelijkse maximale pijnniveau te noteren met behulp van een visuele analoge schaal. Het pijnniveau, het aantal dagen van matige of ernstige pijn, het totale aantal gebruikte opioïdenpillen en het totale aantal gebruikte morfine milligram equivalenten (MME’s) van opioïden werden beoordeeld.
Resultaten: De pijn na septoplastie en rhinoplastie was over het algemeen mild. De gemiddelde pijn was matig tot en met postoperatieve dag (POD) 2 na de neuscorrectie en alleen op POD 0 na de septoplastie. Er was geen statistisch significant verschil tussen de twee groepen wat betreft het aantal verbruikte opioïdetabletten of het totale aantal gebruikte MME’s. Patiënten die een neuscorrectie ondergingen, gebruikten meer acetaminofen dan patiënten die alleen een septoplastie ondergingen (7471 ± 1009 vs. 2781 ± 585, P = .0112). Negentig procent van de patiënten zou adequate analgesie hebben gekregen met slechts 11 opioïd tabletten. Alle patiënten hadden een teveel aan opioïden aan het eind van de studieperiode.
Conclusies: Zowel septoplastiek als neuscorrectie worden geassocieerd met meestal milde pijn, en postoperatieve opioïdenvereisten zijn vrij laag. Chirurgen kunnen het voorschrijven van opioïden na septoplastie en neuscorrectie op betrouwbare wijze beperken tot slechts 11 tabletten. Het verminderen van het voorschrijven van opioïden heeft geen nadelige gevolgen voor de patiënt, maar vermindert de beschikbaarheid van opioïden voor misbruik of oneigenlijk gebruik.
Niveau van bewijs: 2c Laryngoscoop, 129:2020-2025, 2019.
Geef een antwoord