Persoonlijkheid is de verzameling karakteristieke gedachten, gevoelens en gedragingen die met een persoon worden geassocieerd. Persoonlijkheidstrekken zijn karakteristieke gedragingen en gevoelens die consistent en langdurig zijn.

Oeroude Griekse Ideeën

De oude Grieken geloofden dat de persoonlijkheid van mensen afhing van de soort humor, of vloeistof, die het meest aanwezig was in hun lichaam. De oude Grieken identificeerden vier soorten humor – bloed, slijm, zwarte gal, en geel gal – en categoriseerden de persoonlijkheden van de mensen als volgt:

  • Sanguine: Bloed. Vrolijk en hartstochtelijk.
  • Flegmatisch: Flegma. Saai en emotieloos.
  • Melancholisch: Zwarte gal. Ongelukkig en depressief.
  • Cholerisch: Gele gal. Boos en opvliegend.

De Griekse persoonlijkheidstheorie bleef invloedrijk tot ver in de achttiende eeuw.

Cattell’s Sixteen Traits

Net als de oude Grieken geloven moderne onderzoekers in het bestaan van een aantal basale persoonlijkheidstrekken. Combinaties van deze basiseigenschappen, geloven zij, vormen andere eigenschappen. De psycholoog Raymond Cattell gebruikte een statistische procedure, factoranalyse genoemd, om uit een zeer lange lijst van Engelse woorden die eigenschappen aangaven, de basiseigenschappen van de persoonlijkheid te identificeren. Factoranalyse stelde Cattell in staat deze karaktertrekken te clusteren in groepen op basis van hun overeenkomsten. Hij ontdekte dat persoonlijkheid bestaat uit zestien basisdimensies.

De Big Five Traits

Andere onderzoekers hebben sindsdien persoonlijkheidskenmerken geclusterd in nog minder categorieën. Tegenwoordig geloven veel psychologen dat alle persoonlijkheidskenmerken voortvloeien uit vijf basale persoonlijkheidskenmerken, die gewoonlijk worden aangeduid als de Grote Vijf:

  1. Neuroticisme
  2. Extraversie
  3. Openheid voor ervaring
  4. Agreeableness
  5. Conscientiousness

De eigenschappen van de Big Five blijven vrij stabiel gedurende het leven, vooral na de leeftijd van dertig jaar. Hoewel onderzoekers de Big Five eigenschappen hebben geïdentificeerd door gebruik te maken van een lijst van Engelse woorden, lijken deze eigenschappen in vele landen van toepassing te zijn.

Kritiek op het Big Five Model

Critici van de Big Five hebben verschillende argumenten tegen het model:

  • Sommige critici menen dat er meer dan vijf eigenschappen nodig zijn om de grote persoonlijkheidsverschillen tussen mensen te verklaren.
  • Andere critici beweren dat vijf eigenschappen te veel zijn. Zij wijzen er bijvoorbeeld op dat openheid positief correleert met extraversie. Deze critici stellen dat slechts drie eigenschappen – neuroticisme, extraversie en agreeableness – voldoende zouden moeten zijn om de persoonlijkheid volledig te beschrijven.
  • Nog andere critici beweren dat de Big Five enigszins arbitrair zijn, omdat zij afhankelijk zijn van de woorden die gebruikt zijn in de statistische analyse die hen heeft voortgebracht. Een andere lijst van woorden kan andere basiseigenschappen hebben opgeleverd.
  • Sommige psychologen hebben vraagtekens geplaatst bij het onderzoek dat de stabiliteit van de Big Five tussen culturen ondersteunt. Zij stellen dat het onderzoek vertekend zou kunnen zijn omdat het gebruik van westerse tests eerder culturele overeenkomsten dan verschillen aan het licht brengt.