Leland Stanford

(1824-1893)

Een van de “Grote Vier” die de Central Pacific spoorweg van Californië bouwden, Leland Stanford bracht een verregaande politieke invloed in het partnerschap dat dit particulier gefinancierde project alle voordelen van overheidsfinanciering verzekerde.

Stanford werd geboren in een welgestelde boerenfamilie in Watervliet, New York. Na een uitstekende middelbare schoolopleiding en enkele jaren hoger onderwijs ging Stanford bij een elitair advocatenkantoor werken om zich voor te bereiden op een loopbaan als advocaat, waarbij hij in 1848 slaagde voor zijn bar-examen. Al snel verhuisde hij naar Wisconsin, waar hij zijn beroep begon uit te oefenen.

Na drie jaar in Wisconsin besloten Stanford en zijn nieuwe vrouw naar Californië te verhuizen, waar enkele van zijn broers al succes hadden geboekt als kooplieden. Stanford sloot zich in 1852 bij hen aan en begon al snel enorme sommen geld te verdienen met de verkoop van apparatuur aan mijnwerkers in Noord-Californië. Hij raakte ook betrokken bij de politiek, eerst als vrederechter, vervolgens als de onsuccesvolle Republikeinse kandidaat voor staatsthesaurier in 1857, en in 1859 als de onsuccesvolle Republikeinse kandidaat voor het gouverneurschap. Stanford werd uiteindelijk in 1861 tot gouverneur gekozen, toen de Burgeroorlog de Democratische stemmen verdeelde, en hij speelde een rol bij het trouw blijven van Californië aan de Unie.

Tijdens zijn ambtstermijn deed Stanford geen poging om zijn politieke ambt te scheiden van zijn particuliere zakelijke belangen. Met Mark Hopkins, Collis Huntington en Charles Crocker was Stanford een van de “Grote Vier” die het oostelijke deel van de transcontinentale spoorweg wilden aanleggen, en zijn bijdrage aan het partnerschap moest komen in de vorm van politieke invloed. Als gouverneur hield Stanford zich aan deze belofte, ondanks zijn verantwoordelijkheden tegenover het publiek, door te helpen bij het veiligstellen van enorme staatsinvesteringen en landsubsidies voor het spoorwegproject.

Toen zijn ambtstermijn in 1863 eindigde, weigerde Stanford zich opnieuw kandidaat te stellen voor het gouverneurschap en koos in plaats daarvan voor het presidentschap van de Central Pacific, een functie die hij tot aan zijn dood bekleedde. Hij was ook een belangrijke aandeelhouder in en lange tijd president van de Southern Pacific, en eigenaar van veel van de bouwbedrijven die het grootste deel van de eigenlijke spoorwegbouw deden. Later in de eeuw, toen de publieke druk toenam voor overheidsregulering van dergelijke monopolies, bleven Stanfords politieke connecties in Californië zijn spoorwegbelangen op het spoor houden.

De immense rijkdom die Stanford verwierf met de bouw van de spoorwegen stelde hem in staat een weelderig leven te leiden. Hij onderhield enorme wijngaarden en bezat een grote paardenfokkerij in de buurt van Palo Alto. In 1884 was de dood van hun vijftienjarige zoon voor de Stanfords aanleiding om ter nagedachtenis aan hem de Stanford University op te richten en te begiftigen. In 1885 zorgde Stanford ervoor dat de wetgevende macht van Californië hem benoemde tot lid van de Senaat van de Verenigde Staten, waar hij tot aan zijn dood in 1893 zonder aanzien des persoons, maar met plezier zitting had.