Owen Coffin

Hoewel hij een gruwelijk en voortijdig einde tegemoet gaat (in de buik van zijn oom en beste vrienden nota bene), maakt de jonge Owen Coffin in de loop van In the Heart of the Sea een hoop groei door.

In het begin wil Coffin zijn familieband met kapitein Pollard graag voor eigen gewin uitbuiten. Je kunt het hem moeilijk kwalijk nemen: de gruwelen van het werken op een walvisschip zouden een heel seizoen van Dirty Jobs vergen. Toch loopt het niet goed af voor hem. Nadat hij “een wanhopig, onverstandig beroep op zijn bloedverwant” heeft gedaan om geen dwangarbeid te hoeven verrichten, oogst Coffin alleen maar extra hoon van Essex’ eerste stuurman, Owen Chase (2.39).

Dus waarom verandert Coffin van gedachten? Dat weten we niet zeker. We weten alleen dat Coffin alle kans had om de schuld af te schuiven nadat hij die pechvogel had gekozen, maar dat hij dat niet deed. Pollard vraagt hem zelfs rechtstreeks of hij het nog eens wil proberen, maar omdat hij “zich al bij zijn lot heeft neergelegd”, antwoordt Coffin eenvoudig: “Het bevalt me net zo goed als ieder ander” (11.43). Dat is de definitie van een onbaatzuchtige zet. Het is moeilijk om niet bedroefd te zijn over het lot van die arme jongen, maar je moet wel respect voor hem hebben dat hij zich opoffert voor de mensen van wie hij houdt.