Opalescent Sea Slug (Hermissenda crassicornis)
KINGDOM Animalia
PHYLUM Mollusca
CLASS Gastropoda
ORDER Nudibranchia
FAMILY Facelinidae
Nudibranchs zijn slakken zonder schelpen en zonder het opgerolde lichaam van hun naaste verwanten. Een van de meest opvallende naaktslakken langs de kusten van de Stille Oceaan, waaronder Puget Sound, is deze soort die langzaam kruipend kan worden aangetroffen in getijdenpoelen en op palen, dokdrijvers, en zelfs open bodemsubstraten. Met zijn opalescent lichaam versierd met een oranje middellijn en rode, witte en blauwe markeringen over het hele lichaam, trekt dit prachtige diertje altijd de aandacht.
Opalescent Sea Slugs worden ongeveer 8 cm lang, hoewel de meeste die men tegenkomt kleiner zijn dan dat. Ze zien eruit alsof ze vier hoorns hebben, met een paar grote zintuiglijke tentakels (de eenvoudige ogen, die elk uit vijf cellen bestaan, bevinden zich aan de basis) gevolgd door een paar rhinoforen. De rhinoforen zijn gespecialiseerde olfactorische tentakels met geribbelde oppervlakken om het oppervlak voor chemoreceptie te vergroten.
De structuren langs het hele lichaam zijn cerata. Aangezien naaktslakken gas uitwisselen via het gehele lichaamsoppervlak (sommige hebben ook externe kieuwen), dienen de cerata om de oppervlakte van het lichaam voor die functie te vergroten. Maar ze zijn ook een belangrijk onderdeel van de verdediging tegen roofdieren.
Hermissenda is een felle predator van hydroïden, die over hun kolonies kruipt en de poliepen afknabbelt. Hij eet ook andere koloniale dieren en aast zelfs op karkassen. Hij is agressief tegen andere zeeslakken van zijn eigen soort, misschien om de concurrentie om prooien te verminderen, maar hij eet ook hydroïden!
Wanneer Hermissenda hydroïden eet, gaan de nematocysten van zijn prooi vanuit het spijsverteringskanaal door het lichaam en komen in de cerata terecht, waar ze blijven en blijkbaar zeer effectief zijn in het afschrikken van predatie. Een potentieel roofdier dat het dier grijpt, krijgt een mondvol van de nog actieve netelcellen, en het leert deze fel gemarkeerde weekdieren met rust te laten.
De naaktslakken planten zich het hele jaar door voort. Ze leggen slierten van roze of witte eikapsels die met tussenpozen zijn samengeknepen en eruit zien als worstschakels. Elke capsule bevat tot vier eitjes, die na ongeveer een week uitgroeien tot veligerlarven, die voorzien zijn van een gekarteld zwemorgaan, het velum genoemd. De veligerlarven komen in het plankton terecht en brengen daar geruime tijd door alvorens te metamorfoseren, door vergroting van de voet en verlies van het velum, tot minuscule versies van de volwassen dieren. De evolutie van naaktslakken uit slakken met schelpen blijkt uit de ontwikkeling van een schelp in de veligerlarve, die vervolgens tijdens de metamorfose verloren gaat.