Het is Sabal foto tijd! Een tiental jaren geleden zou een onderwerp over Sabal palmen gegiechel of gejammer hebben uitgelokt. Toen op PT was het onderwerp du jour Dypsis, Dypsis, Dypsis, 24/7, 365 dagen per jaar. Een eiland in de Indische Oceaan overspoelde de wereld met honderden en honderden Dypsis palmen en de mensen werden er gek van. Nou, eigenlijk niet zo veel honderden want elke Dypsis soort had een minimum van acht namen. En Kew herkende er geen enkele van. Goede tijden.
Dat was toen. De meeste palmenliefhebbers zijn tot het inzicht gekomen dat van de naar schatting 2.500 palmsoorten in de wereld, 92% geen Dypsis is en dat misschien enkele van de minder verheven geslachten het waard waren om te worden opgemerkt. Wat me terugbrengt bij Sabals. En foto’s. Ik besloot mijn fotobibliotheek bij te werken met foto’s van de Sabels op mijn tuinperceel. Veel van hen zijn wat ik “uberdwergen” noem, de piepkleine variëteiten van Sabal minor, genoemd naar de dichtstbijzijnde steden waar ze werden ontdekt. Ze hebben alle hardnekkige koudehardheid van hun grote neven in een veel kleinere verpakking.
Sabal minor ‘Blountstown Dwarf’ – de oorspronkelijke uberdwerg die mij kennis liet maken met de variabiliteit van deze soort. Tenminste één van de kleine palmen in de bloembak zal voor het eerst bloeien.
Sabal minor ‘Chipola Dwarf’ – iets grotere uberdwerg
Sabal minor ‘Wakulla Dwarf’ – ongeveer even groot als Blountstown maar staat 60-70 mijl zuidelijker in FL’s Big Bend
Sabal minor ‘High Springs’ – nog een iets grotere uberdwerg
Sabal minor ‘Welfare’ – Een Texaanse S. minor die alleen in de buurt van het spookstadje Welfare voorkomt. Hoe cool is dat? Hij valt op door de vorming van een korte stam