Overzicht:

Herpetologen hebben onlangs twee volwaardige soorten binnen de oude Naja naja herkend: Naja kaouthia, de eencellige cobra, die voorkomt van Zuidoost-India tot Thailand en Maleisië; en Naja naja proper, de Indische brilcobra, die voorkomt in Sri Lanka, India en Pakistan.

Deze grote, snelle, gevaarlijk giftige slangen vereisen zeer grote verblijven, bij voorkeur goed geventileerde kamers van ten minste 6 voet aan elke kant. Het verblijf moet hoog genoeg zijn om in te staan tijdens het onderhoud en mag niet te krap zijn, zodat ongelukken bij het schoonmaken en voederen worden voorkomen. Een afsluitbare schuilplaats of schakelkast, zoals gewoonlijk gebruikt voor gevaarlijk giftige slangen, is een must. Het substraat bestaat meestal uit aarde, maar ook grind, beton, vloerbedekking en soortgelijke materialen worden gebruikt. Water wordt verstrekt in een grote kuip en regelmatig ververst. De temperatuur moet overdag tussen 85 en 95 graden Fahrenheit worden gehouden en ’s nachts tot 80 graden. Vaak worden warmtelampen gebruikt, evenals zonnelampen. Cobra’s kunnen zowel overdag als ’s nachts actief zijn.

Knaagdieren zijn het favoriete voedsel, en de meeste exemplaren eten gretig. Verscheidene kleine tot volwassen ratten kunnen elke week worden gevangen, evenals kleine konijnen. Bij warm weer of als de dieren zeer actief zijn, kan men tot twee maal per week voederen.

Indiase cobra’s groeien snel en kunnen een grote terrariumkooi binnen een jaar ontgroeien, dus overweeg zorgvuldig hoe u de volwassen dieren wilt huisvesten. Dit zijn zeer gevaarlijke slangen die soms de dood van de verzorger veroorzaken.