Gewricht, patellofemoraal: een van de kniegewrichten. De knie bestaat uit drie delen. Het dijbeen (femur) ontmoet het grote scheenbeen (tibia) en vormt het hoofdkniegewricht. Dit gewricht heeft een binnenste (mediaal) en een buitenste (lateraal) compartiment. De knieschijf (patella) en het dijbeen vormen een derde gewricht, het patellofemorale gewricht.
Het kniegewricht is omgeven door een gewrichtskapsel met ligamenten die de binnen- en buitenkant van het gewricht omsnoeren (collaterale ligamenten) en die elkaar kruisen in het gewricht (kruisbanden). Deze ligamenten zorgen voor stabiliteit en sterkte van het kniegewricht.
De meniscus is een c-vormig kraakbeenkussen tussen de twee gewrichten die door het dijbeen en het scheenbeen worden gevormd. De meniscus fungeert als een glad oppervlak waarop het gewricht kan bewegen. Het kniegewricht is omgeven door met vloeistof gevulde zakjes, slijmbeurzen genaamd, die dienen als glijvlakken die de wrijving van de pezen verminderen. Onder de knieschijf bevindt zich een grote pees (patellapees) die vastzit aan de voorkant van het scheenbeen. Er lopen grote bloedvaten door het gebied achter de knie (de popliteale ruimte genoemd).
De grote spieren van het bovenbeen bewegen de knie. Aan de voorkant van de dij strekken de quadricepsspieren het kniegewricht. Aan de achterkant van het bovenbeen buigen de hamstringspieren de knie. De knie draait ook lichtjes onder begeleiding van specifieke spieren van het bovenbeen.
De knie functioneert om beweging van het been mogelijk te maken en is van cruciaal belang voor normaal lopen. De knie buigt (buigt) normaal tot een maximum van 135 graden en strekt (strekt) tot 0 graden. De slijmbeurzen, of met vloeistof gevulde zakjes, dienen als glijvlakken voor de pezen om de wrijvingskracht te verminderen wanneer deze pezen bewegen. De knie is een gewichtdragend gewricht. Elke meniscus dient om het oppervlak gelijkmatig te belasten tijdens het dragen van gewicht en helpt ook bij het verdelen van de gewrichtsvloeistof voor de smering van het gewricht.
SLIDESHOW
Hartaandoeningen: Oorzaken van een hartaanval Zie diashow
Geef een antwoord