Een 26-jarige man meldde zich op de spoedeisende hulp met als hoofdklacht abdominale pijn. Nadat de triage was voltooid, werd hij naar een onderzoekskamer gebracht, waar de arts de voorgeschiedenis van de huidige ziekte opnam. De pijn begon ongeveer 90 minuten voor aankomst op de eerste hulp en wekte de patiënt uit een “gezonde slaap”. Hij verklaarde dat de pijn aanvankelijk begon als een “3 op 10” maar was opgelopen tot een “12 op 10”, en hij beschreef dat de pijn zich in het rechteronderkwadrant van zijn buik bevond, met uitstraling naar zijn rechtertestikel. Hij wist echter niet zeker waar de pijn begon en of deze op een van beide plaatsen erger was. Misselijkheid was het voornaamste bijbehorende symptoom, maar hij ontkende braken, diarree, koorts, dysurie, of hematurie. Tenslotte ontkende de patiënt een trauma te hebben opgelopen.

Medische voorgeschiedenis was niet bijdragend: Hij ontkende eerdere gastro-intestinale ziekten, en er was geen voorgeschiedenis van nierstenen, infectie van de urinewegen, of enige andere urogenitale ziekte. Hij had geen chirurgische voorgeschiedenis. De patiënt rookte minder dan een pakje sigaretten per dag, maar ontkende alcohol- of drugsgebruik.

Lichamelijk onderzoek toonde een jonge man met matig ongemak. Hoewel hij zijn pijn als “12 op 10” omschreef, had hij een bloeddruk van 121/72 mm Hg; pols, 59 slagen/min; ademhalingsfrequentie, 20 ademhalingen/min; en temperatuur, 96.8°F. HEENT en cardiovasculaire, respiratoire, musculoskeletale, en neurologische onderzoeksresultaten waren allemaal binnen de normale grenzen. Buikonderzoek toonde een licht gevoelig rechteronderkwadrant bij diepe palpatie, maar geen rebound of guarding. Het Murphy-teken was negatief.

Omdat er pijnklachten waren die uitstraalden naar de testikels, werd er een urogenitaal onderzoek uitgevoerd. De penis leek onopvallend, zonder laesies of afscheiding. Er was geen inguinale lymfadenopathie. Het scrotum leek de juiste grootte te hebben en was grosso modo ook niet opmerkelijk. De linker testikel was niet gevoelig. Echter, palpatie van de rechter testikel ontlokte matige tot ernstige pijn. Er was geen zichtbare zwelling, en er waren geen palpabele hernia’s of andere massa’s. De cremasterische reflex werd bilateraal beoordeeld en rechts afwezig bevonden.

Een onderzoek werd gestart met een volledig bloedbeeld, een uitgebreid metabolisch paneel en urineonderzoek; de resultaten van deze tests waren onopvallend. Er werd een differentiële diagnose gesteld, met de nadruk op appendicitis en testiculaire torsie. Vanwege de specifieke aard en locatie van de pijn werden zowel echografie als CT van de buik/bekken overwogen. Besloten werd de echografie te bestellen, met het plan de CT alleen uit te voeren als de echografie niets opleverde. De patiënt kreeg medicijnen tegen de pijn en de echografie begon. Halverwege de beeldvorming werden de clinicus en de behandelend arts naar de onderzoekskamer geroepen om het beeld in figuur 1 te bekijken.

Op de volgende pagina: Bespreking en diagnose >>