Message Summary
Jezus werkt in de wereld van vandaag op manieren die we niet verwachten. Als we onze ogen en harten openen, en ons ‘beetje’ aanbieden, kan en zal God dat gebruiken om ons leven en dat van anderen te veranderen.
Boodschap
Mattheüs 14:13-21 Het voeden van de 5000
Eén van de bekendste wonderen van Jezus. Wij weten dat de Schrift 5000 mannen vermeldt. We weten dat het Joodse gebruik was dat mannen apart van vrouwen en kinderen werden geteld. Sommige geleerden schatten het tussen de 12-15.000 mensen die die middag over die berghelling trokken.
Mattheus en Lucas gaan in hun evangeliën niet veel in op de details, maar Johannes beschrijft veel details van de gebeurtenissen die middag. Verhalen als deze kunnen spreken tot zo vele delen van ons leven. Er is geen twijfel mogelijk over Gods wonderbaarlijke krachten. God had al die mensen die avond kunnen voeden, of het nu 1 brood, 5 of 50 broden waren.
Er zijn sommige wonderen in de Evangeliën als tekenen van Jezus identiteit.
Er zijn andere wonderen die zijn om te onderwijzen over belangrijke koninkrijkswaarheden.
En andere wonderen, vanwege Zijn liefdevolle barmhartige aard.
Het zou interessant zijn om vandaag een discussie te hebben rond het onderwerp van Gods wonderen.
Missen we soms momenten van Gods Koninkrijk hier op aarde, omdat we alleen de grote momenten verwachten en er naar op zoek zijn. Onze ogen zijn verblind voor Gods alledaagse wonderen, vanwege onze eigen verwachtingen.
De preek van vorige week ging over Gods Koninkrijk hier op aarde. In wezen, God vinden in de alledaagse momenten.
Verhalen als het voeden van de 5000 spreken tot mij over God die ons ontmoet op de hongerige plaatsen in ons leven, en ons daar bevredigt met Zijn overvloedige vrijgevigheid.
Op die berg was Gods vrijgevige overvloed te zien voor iedereen om te zien en te ervaren. God voorzag in hun behoeften. Vers 20 van Mattheüs 14 zegt: “Zij aten allen en waren verzadigd”. En er waren zelfs restjes.
Ik wil me even richten op de jongen in het verhaal. Het Mattheus verslag vermeldt de jongen niet. Het verslag van Johannes spreekt over de discipel Andreas die deze jongen vindt met zijn voedsel van 5 broden en 2 vissen.
Voor mij voegt de betrokkenheid van deze jongen een echt belangrijke dimensie toe aan Gods Koninkrijk op aarde (van hoe God vandaag de dag in de wereld werkt). Dat God ons weinige kan nemen en het zegenen, vermenigvuldigen en gebruiken om anderen te zegenen.
Soms vergeten christenen in ontwikkelde landen wat God ons heeft gegeven.
Een groot geschenk dat God ons allen heeft gegeven is het geschenk van het leven zelf. We beschouwen dat als vanzelfsprekend. We kunnen ook gemakkelijk vergeten dat we gezegend zijn, zodat we een zegen voor anderen kunnen zijn.
Nou, ik heb het niet over geld. Soms kunnen predikers de welvaartstheologie opdringen (geef meer geld, en je zult gezegend zijn). Niet gaan daar vandaag. Ik heb het niet alleen over het geven van geld vandaag. Ik heb het over veel meer dan alleen onze bankrekeningen. Dat is er maar een klein deel van. Ik heb het over het geven van alles wat we hebben aan God. Over het toestaan van al onze zegeningen om door God gebruikt te worden voor Zijn Koninkrijk hier op aarde. Het gaat over onze tijd, onze energie, onze woorden, onze daden van vriendelijkheid. Wij zijn gezegend, zodat wij anderen kunnen zegenen.
1 Johannes 4:19-21 zegt;
19 Wij hebben lief omdat Hij ons eerst heeft liefgehad. 20 Wie beweert God lief te hebben en toch een broeder of zuster haat, is een leugenaar. Want wie zijn broeder en zuster niet liefheeft, die hij gezien heeft, kan God niet liefhebben, die hij niet gezien heeft. 21 En Hij heeft ons dit gebod gegeven: Wie God liefheeft, moet ook zijn broeder en zuster liefhebben.
We hebben zelfs het vermogen om lief te hebben, omdat God ons liefde heeft gegeven en getoond, door Jezus Christus. Amy Carmichael, christelijke missionaris in India in het begin van 1900, zei dit: “Je kunt geven zonder lief te hebben, maar je kunt niet liefhebben zonder te geven.”
Jezus, Paulus, Jacobus- allen spraken over het in daden omzetten van ons geloof. Geloof is goed en belangrijk, maar we moeten ook onze liefde voor God tonen. We moeten ook de hongerigen voeden, de daklozen kleden. We kunnen gul zijn in ons geven als we God liefhebben en anderen liefhebben.
Wat ik zo mooi vind aan dit verhaal is dat God dat kleine jongetje gebruikte en het zegende met Zijn overvloedige liefde. En de hongerigen ontvingen en werden verzadigd. Wij kunnen het gevoel hebben dat onze gave om aan te bieden te klein is, te onbeduidend. Maar dat is niet hoe het Koninkrijk van God werkt. Wanneer we eenvoudigweg alles wat we hebben aan God aanbieden, wordt het meer dan genoeg. Onze talenten, onze tijd of onze schatten, God kan ze nemen en gebruiken. Ze kunnen overvloedig door God gezegend worden en vrijgevig aan allen in nood gegeven worden.
Wat zijn jouw 5 broden en 2 vissen, die je God kunt aanbieden?
Welke talenten, tijd en schatten kun je God aanbieden?
Wat kun je God teruggeven, zodat God het kan zegenen en gul anderen kan zegenen door ons heen?
Deze week nodig ik ons allen uit om op zoek te gaan naar het omgekeerde Koninkrijk van God. Terwijl we dat doen, wilt u misschien tijd doorbrengen met God en in persoonlijke bezinning door;
Bidt elke morgen:
– “Here God, help me vandaag om verder te kijken dan wat ik ontvang om te overleven en merk het overtollige op: van voedsel en water, van liefde en van genade. Amen”
Houd een dagboek bij.
– Merk op wat u elke dag doet met wat u gegeven is.
– Bedenk wat er gebeurt met de restjes, van uw huis, uw kerk, uw bedrijf, uw leven. Wat gebeurt er met overgebleven voedsel, kleding, tijd en medeleven?
Tijd met God elke avond
– Stel je voor dat je in de kloof staat tussen armoede en overvloed.
– Stel je voor dat ‘genade’ binnenstroomt tot de kloof gevuld is met een liefde die jou en anderen in staat stelt vrij te zwemmen in een ruimte die geen labels en grenzen erkent, maar ruimte laat voor potentieel, vrijgevigheid en extravagante liefhebben en geven.
Geef een antwoord