Leukemie, een kanker van de bloedvormende weefsels die wordt gekenmerkt door een grote toename van het aantal witte bloedcellen (leukocyten) in de bloedsomloop of het beenmerg. Een aantal verschillende leukemieën wordt ingedeeld naar het verloop van de ziekte en het overheersende type witte bloedcel. Sommige vormen van leukemie zijn in verband gebracht met blootstelling aan straling, zoals werd vastgesteld bij de Japanse bevolking die werd blootgesteld aan de eerste atoombom in Hiroshima; andere aanwijzingen duiden op erfelijke vatbaarheid.
Leukemieën worden gedefinieerd als acuut of chronisch en als myelogeen (uit het beenmerg) of lymfocytair (waarbij lymfocyten betrokken zijn). Deze kenmerken worden gebruikt om bijna alle gevallen als een van de vier types aan te duiden – acute myeloïde, acute lymfocytaire, chronische myeloïde en chronische lymfocytaire leukemie. Acute leukemie tast onrijpe cellen aan; de ziekte ontwikkelt zich snel, met symptomen als bloedarmoede, koorts, bloedingen en zwelling van de lymfeklieren. Onrijpe leukemiecellen blijven zich in het beenmerg delen, wat tot een snelle dood leidt als zij niet worden behandeld. Bij chronische leukemie ontwikkelen de cellen zich en worden zij naar de weefsels getransporteerd, maar de cellen functioneren niet normaal. Myeloïde leukemie treft granulocyten en monocyten, witte bloedcellen die bacteriën en sommige parasieten vernietigen.
De meest voorkomende vorm bij kinderen, acute lymfocytaire leukemie, doodde ooit meer dan 90 procent van de slachtoffers binnen zes maanden. Met nieuwe geneesmiddelentherapieën bereikt het merendeel van de acute lymfocytaire patiënten nu een volledige remissie, waarbij er geen bewijs meer is van kwaadaardige cellen in het bloed. Bij voortzetting van de therapie blijft meer dan de helft vijf jaar of langer vrij van de ziekte. Deze patiënten worden verondersteld genezen te zijn.
De resultaten van de behandeling van andere leukemieën zijn niet zo positief geweest. Bij acute myeloïde leukemie, die vaker bij volwassenen voorkomt, kunnen patiënten een volledige remissie doormaken, maar recidieven komen vaak voor. Chronische leukemieën komen ook vaker bij volwassenen voor. Deze worden gekenmerkt door een geleidelijker begin en een langduriger beloop. Chronische myeloïde leukemie (CML), die het vaakst voorkomt bij volwassenen van rond de veertig, kan lange tijd rustig blijven voordat symptomen als gewichtsverlies, lage koorts en zwakte optreden. Als CML niet wordt behandeld, kan het uitmonden in een fatale fase die blast-crisis wordt genoemd en die optreedt wanneer een vijfde tot een derde van de cellen in het bloed of beenmerg bestaat uit onrijpe bloedcellen, of blast-cellen. Deze fase van CML kan vier tot zes maanden duren en wordt gekenmerkt door koorts, zwakte en een vergrote milt.
Chronische lymfocytaire leukemie komt voornamelijk voor bij oudere mensen en kan maanden of jaren inactief zijn. De leukemie zelf is zelden de doodsoorzaak, maar maakt de patiënt kwetsbaar voor infecties of bloedingen.
Geef een antwoord