Door Susan Cain

Lezers vragen me vaak: “Is het mogelijk dat mijn persoonlijkheid met de tijd verandert? Ik lijk introverter te worden naarmate ik ouder word.”

Ik heb mezelf diezelfde vraag gesteld. Ik ben altijd introvert geweest, maar mijn sociale behoeften waren vroeger veel intenser dan nu. Toen ik op de middelbare school zat, praatte ik vijf uur per avond aan de telefoon. Op de universiteit dacht ik er even over om professor te worden, maar ik besloot dat ik de hoeveelheid tijd die eenzaam onderzoek en schrijven zouden vergen, niet aankon. Vandaag, daarentegen, ben ik vreselijk in het terugbellen van vrienden omdat ik een hekel heb aan telefoneren, en onderzoek doen en schrijven behoren tot mijn favoriete bezigheden.

Aan de extraverte kant van de vergelijking hebben we mijn man als Bewijsstuk A. In veel opzichten is hij zeer, zeer extravert. Bijvoorbeeld, ik spreek hem bijna nooit aan met zijn echte naam. In plaats daarvan noem ik hem Gonzo, de bijnaam die ik hem jaren geleden gaf ter ere van de journalist Hunter S. Thompson’s “gonzo” stijl om zich in de verhalen te storten waar hij verslag van deed. Mijn Gonzo is net zo – hij stort zich met veel passie en charisma op zowat alles wat hij doet, inclusief ouderschap en echtgenootschap. Het is onmogelijk voor Gonzo om in de kamer te zijn zonder de warmte van zijn aanwezigheid te voelen. En ik heb begrepen dat toen hij een zeer jonge man was, hij zich met een soortgelijke energie in zijn sociale leven stortte. Vandaag is Gonzo nog steeds dezelfde persoon – niemand zou hem ooit een introvert noemen – maar zijn attenties zijn gericht in een beslist meer innerlijke richting.

Maar dit alles is anekdotisch. Volgens de onderzoekspsychologie is het antwoord op de vraag of persoonlijkheden in de loop van de tijd veranderen, nee en ja.

Studies tonen aan dat de persoonlijkheid van een 70-jarige met opmerkelijke nauwkeurigheid kan worden voorspeld vanaf de vroege volwassenheid. Ondanks de verscheidenheid aan situaties die we in ons leven meemaken – en die allemaal van invloed zijn op wie we zijn en hoe we groeien – blijven onze kernkaraktertrekken meestal constant. Het is niet zo dat onze persoonlijkheid niet evolueert – veel introverte mensen melden bijvoorbeeld dat ze zich sociaal zelfverzekerder en gracieuzer voelen naarmate ze volwassener worden – maar we hebben de neiging om ons aan voorspelbare patronen te houden. Als je de tiende meest introverte persoon in je middelbare schoolklas was, kan je gedrag in de loop van de tijd fluctueren, maar je zult jezelf waarschijnlijk nog steeds rond de tiende plaats vinden op je vijftigste reünie.

Maar, op die klassenreünie, zul je ook merken dat veel van je klasgenoten meer introvert zullen zijn dan je ze herinnert op de middelbare school: stiller, meer in zichzelf gekeerd, minder behoefte aan opwinding. Ze zullen ook emotioneel stabieler, inschikkelijker en gewetensvoller zijn. Al deze eigenschappen worden met de jaren meer uitgesproken, alsof persoonlijkheden een soort goede wijn zijn die met de jaren zachter wordt. Psychologen noemen dit proces “intrinsieke rijping”, en ze hebben dezelfde patronen van persoonlijkheidsontwikkeling gevonden in landen als Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Spanje, Tsjechië en Turkije. Ook bij chimpansees en apen.

Dit is evolutionair gezien logisch. Een hoge mate van extraversie helpt waarschijnlijk bij het paren, wat de reden is waarom de meesten van ons het meest sociaal zijn tijdens hun tienerjaren en jonge volwassen jaren. Maar als het aankomt op het stabiel houden van huwelijken en het opvoeden van kinderen, kan het hebben van een rusteloos verlangen om elk feest in de stad te bezoeken minder nuttig zijn dan de drang om thuis te blijven en te houden van degene met wie je bent. Ook kan een zekere mate van introspectie ons helpen om gelijkmoedig ouder te worden. Als het de taak van de eerste helft van het leven is om jezelf naar buiten te brengen, is het de taak van de tweede helft om te begrijpen waar je bent geweest.

Jouw gedachten-klinkt dit onderzoek waar voor jou?