De vagina heeft een vaginale flora die bestaat uit goede bacteriën, voornamelijk lactobacillen. Zij zorgen voor de zuurgraad van de holte en beschermen het vaginale ecosysteem tegen schadelijke bacteriën. Een infectie kan dan ontstaan wanneer de normale vaginale flora afneemt, ten voordele van andere schadelijke kiemen. Deze vaginose is meestal te wijten aan een bacterie die Gardnerella vaginalis heet (soms zijn er andere kiemen bij betrokken: bacteroides, mobilincus, atopobium, enz). De associatie met een andere kiem, een mycoplasma, is mogelijk.

Vaak voorkomend en zonder ernstige gevolgen, resulteert vaginose soms in een afwezigheid van symptomen. In het tegenovergestelde geval is de jeuk vaak mild, maar staat vaginale afscheiding op de voorgrond. Bij Gardnerella is de afscheiding grijswit en heeft een onaangename geur, vooral na geslachtsgemeenschap of tijdens de menstruatie. Als vaginose niet behandeld wordt, kan het gecompliceerd worden door een bekkenontsteking van de bekkenorganen. Bij zwangere vrouwen wordt gevreesd voor complicaties, zoals een vroegtijdige bevalling, een laag foetaal gewicht of zelfs een spontane abortus.

Lees: Vaginale infecties, seksuele besmetting of niet?

Hoe wordt vaginose behandeld?

Meestal zijn de symptomen voldoende om de diagnose te stellen, door het uiterlijk van de vaginale afscheiding en de onaangename geur ervan.

In geval van twijfel wordt een vaginale swab genomen en zal deze gevolgd worden door een kweek van de ziektekiemen. De pH is alkalisch (in plaats van zuur); kenmerkende cellen van vaginose, blauwe cellen genaamd, zijn aanwezig. Na zijn analyses berekent de bioloog een Nugent-score: als deze groter of gelijk is aan 7 op 10, is de diagnose vaginose zeker.

Welke behandeling?

Bij een eerste infectie wordt een eenmalige dosis secnidazol of tinidazol, of metronidazol gedurende 7 dagen voorgeschreven, die met name werkzaam is tegen Gardnerella. Helaas komen recidieven vaak voor, en dan wordt een langere antibioticakuur voorgeschreven. Dit is altijd metronidazol, met een eerste behandeling van 10 dagen met een vaginale gel, gevolgd door tweemaal per week gedurende 4 maanden (voorbeeld van een behandelingsplan). Parallel hieraan zou het herstel van een normale vaginale flora de situatie kunnen verbeteren, dankzij vaginale probiotica (rijk aan lactobacillen). Uiteraard zal de intieme hygiëne zo zacht mogelijk zijn en zullen risicofactoren zo lang mogelijk vermeden worden.

Bronnen:

  • MSD handboek voor gezondheidswerkers: Bacteriële Vaginitis
  • Toulouse Faculteit Geneeskunde, online cursus
  • College van Gynaecologen en Obstetrici: Vaginose

Dr Bouchard.

Wat zijn de risicofactoren?

Sommige factoren bevorderen de verandering van de flora en dus vaginose. Bijvoorbeeld het gebruik van antibiotica, hormonale schommelingen met onvoldoende oestrogeen (adolescentie, zwangerschap,…), een voorgeschiedenis van seksueel overdraagbare aandoeningen, vaginaal douchen, een spiraaltje, talrijke seksuele partners. Als geslachtsgemeenschap infectie in de hand werkt, is dat niet door het overbrengen van een kiem, maar door mechanische of chemische werking (sperma is zeer alkalisch, terwijl de pH van de vagina zuur is). In de praktijk wordt het vaak niet als een soa beschouwd en wordt de partner meestal niet behandeld.