Oorsprong

Hindi is geëvolueerd uit het Sauraseni Prakrit. Hoewel er geen consensus bestaat over een specifiek tijdstip, is het Hindi ontstaan als lokale dialecten zoals Braj, Awadhi, en tenslotte Khari Boli (Standaard Hindi) na het begin van de tiende eeuw (deze lokale dialecten worden nog steeds gesproken, elk door grote bevolkingsgroepen). Tijdens de heerschappij van het Delhi Sultanaat en het Mughal Rijk, die Perzisch als hun officiële taal gebruikten, nam Khari Boli veel Perzische en Arabische woorden over.

Havenbord in het Engels en Hindi (Devanagari schrift)

magnify

Havenbord in het Engels en Hindi (Devanagari schrift)

De wortels van de diverse religieuze overtuigingen, tradities en filosofie van de Hindoes werden gelegd tijdens het Vedische tijdperk dat tussen 2000 en 1500 v.Chr. in India is ontstaan. De oude Vedische godsdienst wordt door de meeste geleerden beschouwd als de voorloper van de moderne godsdienst van het Hindoeïsme, en heeft een diepgaande invloed gehad op de geschiedenis, de cultuur en de filosofie van India. De Veda’s zijn de oudste heilige boeken van het Hindoeïsme en leggen de basis voor verschillende stromingen in het Hindoeïsme.

Karakteristieken

Hindi wordt geschreven in het Devanagari-schrift, weergegeven door een set van 34 medeklinkers, 12 klinkers en meer dan 20 diakritische tekens. Tot de verschillende dialecten behoren Pahari, Garhwali, Brij Bhasha, Bundeli, Maithili, Bhojpuri, Awadhi, Chhattisgarhi, Khari Boli, Bambaiya en Bihari. De Hindi literatuur kan grofweg verdeeld worden in vier prominente vormen: Bhakti (devotioneel – Kabir, Raskhan); Shringar (schoonheid – Keshav, Bihari); Veer-Gatha (verheerlijking van dappere krijgers); en Adhunik (modern).

Vrouwen aanbidden in een Hindoetempel

magnify

Vrouwen aanbidden in een Hindoetempel

Hindoeïsme is een gevarieerd denksysteem met overtuigingen die monotheïsme, polytheïsme, panentheïsme, pantheïsme, monisme en atheïsme omvatten, en het concept van God is complex en hangt af van elke specifieke traditie en filosofie. De Hindoe geschriften, Veda’s en Upanishads, werden eeuwenlang mondeling overgeleverd in de vorm van verzen om ze gemakkelijker te onthouden, voordat ze werden opgeschreven. Gedurende vele eeuwen verfijnden wijzen de leringen en breidden zij de canon uit. De meeste Hindoe geschriften worden niet letterlijk geïnterpreteerd. Er wordt meer belang gehecht aan de ethiek en de metaforische betekenissen die eruit worden afgeleid. De heilige teksten worden in twee klassen ingedeeld: Shruti (geluid) en Smriti (geheugen), en zijn meestal in het Sanskriet.

Regio’s van beoefening

Hindi wordt op grote schaal gesproken in het belangrijkste Indiase subcontinent, (voornamelijk Noord- en Centraal-India), Pakistan, Fiji, Mauritius, en Suriname.

Hindoeïsme wordt voornamelijk beoefend op het Indiase subcontinent. Andere landen met een grote Hindoe-bevolking zijn Nepal en Mauritius.