Het leven van Judas Iskariot, de man die Jezus verraadde, wordt in de King James Bible tweeëntwintig keer genoemd. Wie was hij? Wat had Christus over zijn karakter te zeggen? Had hij berouw over het verraden van de Verlosser van de mensheid, net zoals Petrus van gedachten was veranderd nadat hij de Heer drie keer had verloochend? Hoe stierf Judas?
Judas is één van de meest ongelukkige en tragische figuren uit de Bijbelse geschiedenis. Hij werd een pion in Satans kwaadaardige spel om de Messias totaal te vernietigen, een daad die uiteindelijk zou mislukken zoals de profetie voorspelde (Genesis 3:14 – 15).
Wat voor man was Judas Iskariot? Er is een oude traditie die zegt dat hij en Jezus van jongs af aan vrienden waren en dat Christus hem voortdurend uit de problemen moest halen. Hoewel deze overlevering misschien niet helemaal waar is, is het logisch te concluderen dat de twee meer waren dan gewone kennissen.
Hoewel de Schrift zwijgt over het leven van Judas voordat hij een discipel werd, vertelt zij ons wel het een en ander over hem tijdens de bediening van Jezus. Hij was natuurlijk één van de twaalf apostelen (Markus 3:14, 19), van wie wordt aangenomen dat zijn achternaam Iskariot “een man van moord” of “een huurling” betekent (Hitchcock’s Bijbel Namen) of “een man van Kerioth” (A Dictionary of the Holy Bible). Kerioth was een stad binnen het erfdeel van de stam van Juda (Jozua 15:25).
Judas was belast met het geld van de groep (Johannes 13:29) en was een dief die er regelmatig van stal (Johannes 12:6). Hij stond bekend als een leugenaar (Johannes 12:3 – 6) die ook bedrieglijk en hebzuchtig was (Mattheüs 26:14 – 15). Hij werd een verrader genoemd (Lucas 6:16) en werd geïdentificeerd als een verrader tijdens het laatste Pascha (Johannes 13:21 – 26). Hij was bereid te doen alsof hij iemand eerde voor zijn eigen egoïstische doeleinden (Marcus 14:44 – 45, Mattheüs 26:49).
Jezus noemde Judas een duivel (Johannes 6:70) en een zoon des verderfs (Johannes 17:12) die beter nooit geboren had kunnen worden (Mattheüs 26:24). Het is interessant op te merken dat Christus niet alleen wist dat Hij verraden zou worden, Hij koos de verrader zelf uit! Hij verklaarde, toen Hij de twaalf mannen uitkoos die Hem zouden volgen: “Heb Ik u er niet twaalf uitgekozen, en één van u is een duivel?” (Johannes 6:71, HBFV).
Judas werd persoonlijk bezeten door Satan de duivel tijdens het laatste Pascha (Johannes 13:27), ongetwijfeld om er zeker van te zijn dat Christus zou sterven voor de zonden van de wereld. De prijs die voor zijn verraad werd betaald was dertig zilverlingen, een bedrag dat in de Schrift wordt voorspeld (Zacharia 11:12, Mattheüs 26:14 – 15).
Judas voelde zich zo slecht na het verraden van iemand die onschuldig was, dat hij, zonder succes, probeerde het smeergeld terug te geven dat hem was betaald. Zijn zelfhaat bleef echter groeien, zelfs nadat hij het ontvangen geld had teruggegeven.
We weten dat Judas berouw had over zijn daden (Mattheüs 27:3) en wist dat hij gezondigd had. Zijn verdriet leidde echter niet tot echt berouw en een verandering van hart, zoals bij Petrus (zie Lukas 22:55 – 62, Johannes 18:17, 25 – 27, etc.). Het leidde ertoe dat hij zelfmoord pleegde (Mattheüs 27:5, Handelingen 1:18).
De meerderheid van de Bijbelse commentaren stelt dat Judas waarschijnlijk zelfmoord pleegde door zich op te hangen aan een boom die uitkeek over het dal van Hinnom. Het is echter mogelijk dat de uitdrukking “zich ophing” die in Mattheüs wordt gebruikt, een andere manier is om aan te geven dat hij zichzelf stak met een groot mes of zwaard. Er wordt niets meer over hem vermeld na de laatste bijbelse verwijzing naar zijn leven in Handelingen 1:25.
Geef een antwoord