Het Jungle Boek begint met Mowgli die door zijn ouders in de jungle wordt achtergelaten. Sommige adaptaties hebben dit aspect verzacht door zijn ouders in de jungle te laten sterven of door het helemaal niet te noemen. De baby Mowgli wordt dan gered door de panter Bagheera, die hem achterlaat bij een wolvenroedel. De naam van de moederwolf die voor hem zorgt verandert soms tussen de aanpassingen, maar een stabiele kracht is de leider van de roedel, Akela. Akela is een sterk vaderfiguur die alles zou doen voor de veiligheid van zijn roedel. Hoewel hij aanvankelijk op zijn hoede is voor Mowgli’s aanwezigheid, gaat hij uiteindelijk toch van de mannetjeswelp houden.
In veel van de adaptaties wordt Akela afgeschilderd als een geharde maar wijze leider, die Mowgli zou opofferen voor het welzijn van de roedel; in de boeken wordt zijn zachtere kant geportretteerd. Omdat Mowgli deel uitmaakt van de roedel, is Akela fel loyaal en beschermend voor zijn geadopteerde mensenwelp. Hij neemt de tijd om Mowgli te trainen en keert zelfs terug uit zijn isolement om Mowgli en zijn roedel te helpen met het bevechten van hun vijanden. Wanneer hij geconfronteerd wordt met een gemene roedel Dholes die de roedel uitgeroeid willen zien, denkt Akela geen twee keer na als hij zichzelf opoffert voor het welzijn van de roedel.
Als hij sterft, smeekt hij Mowgli terug te keren naar de menselijke samenleving, in de wetenschap dat Mowgli daar uiteindelijk thuishoort en dat hij daar geluk en veiligheid zal vinden. Het is een duidelijke indicatie van wat voor soort persoonlijkheid hij had, dat toen hij dodelijk gewond was, zijn enige focus was op het veiligstellen van een toekomst voor Mowgli. Het is triest dat veel van de adaptaties deze kant van Akela buiten beeld laten. Hij hield veel van Mowgli en zou alles gedaan hebben om zijn veiligheid te garanderen. Hij was Mowgli’s vader, en in deze relatie laat Kipling zien hoe sterk de liefde tussen een pleegouder en kind kan zijn.
Dankzij de inspanningen van de roedel en vele andere wezens in de jungle, voelt Mowgli zich thuis op een plek die gewoonlijk erg gevaarlijk is voor mensen. Hij groeide op en ontwikkelde een prachtige persoonlijkheid en een wijsheid die zijn jaren te boven ging. Hoewel hij jaren later moeite had zich aan te passen aan de menselijke samenleving, droeg hij de dingen die hij in de jungle leerde nog steeds met zich mee. Zoals dapperheid, vriendelijkheid en integriteit. Veel van die kwaliteiten werden hem bijgebracht door een van zijn zorgzame vaderfiguren, Akela.
Geef een antwoord