Pastis ontstond in een crisistijd: in 1914 bevond Frankrijk zich midden in de Eerste Wereldoorlog. Bovenop de verschrikkelijke onrust was elke drank met meer dan 16% alcoholvolume verboden in Frankrijk.

Dit was te wijten aan het feit dat de regering wilde voorkomen dat de soldaten te veel zouden drinken. Wat waarschijnlijk het beste was om zich op het veld te concentreren, maar toch, drinken was een manier om met de onrust om te gaan, dus de spanningen waren hoog.

De afwezigheid van Absint, de meest populaire drank in Frankrijk in die tijd, zorgde ervoor dat men snel op zoek ging naar een vervanging en die vond men: pastis. Dat werd later het alternatief voor absint, dankzij de vergelijkbare aroma’s, en die kenmerkende anijssmaak, het leek een goed compromis.

De geschiedenis geeft de eer aan Paul Ricard voor de commercialisering ervan in 1932. Hij beweert dat hij werd geïntroduceerd in de likeur door een schaapherder. Ricard, een creatieve geest, wijzigde het recept met kruiden uit de Provence en voegde zoethout toe. Het originele pastisrecept dat hij creëerde met exacte afmetingen en instructies is nooit openbaar gemaakt en blijft geheim.

Wat de naam betreft vonden we twee verschillende verklaringen voor “pastis”. Wikipedia beweert dat het komt van het Occitaanse pastís, wat zich laat vertalen als “mash-up.” Maar, Coast and Country France zegt dat de naam pastis komt van het Provençaalse woord “pastisson”, wat in hun geval vertaalt naar, “mengsel.”

Zoals u weet uit ons Wat is Absint artikel, zijn de wetten in Frankrijk niet meer zo streng, en Pastis is nog steeds bekend en geliefd in het hele land.