(29) En toen hij deze woorden gesproken had … –Dit hele vers ontbreekt in veel van de vroegste MSS. en versies. Het kan zijn ingevoegd, hetzij door een overschrijver, hetzij door de geschiedschrijver zelf in een herziene kopie, om de klaarblijkelijke abruptheid van de overgang van Handelingen 28:28-30 te vermijden. In zoverre bevestigt het de verklaring van Handelingen 28:24-25, dat sommigen van hen die geluisterd hadden, zich bekeerden.
Vers 29 (A.V.). – Dit vers ontbreekt geheel in het R.T. en R.V. Het is weggelaten in vele goede manuscripten en versies. Het wordt veroordeeld door Grotius, Mill, Tischendorf, Lachmann, en anderen; maar het wordt niet absoluut verworpen door Meyer, Alford, Plumptre, en anderen. Grote redenering (πολλὴν συζήτησιν zie Handelingen 15:2, 7; en Lukas 22:23; Lukas 24:15; Handelingen 6:9; Handelingen 9:29). De uitdrukking is in de stijl van Lucas, en de verklaring lijkt noodzakelijk om het verhaal te voltooien.
Parallelle commentaren …
En
Καὶ (Kai)
Samenvoeging
Strongs Grieks 2532: En, zelfs, ook, namelijk.
hij
αὐτοῦ (autou)
Persoonlijk / Bezittelijk voornaamwoord – Genitief Mannelijk 3e Persoon Enkelvoud
Strongs Grieks 847: Hij, zij, het, zij, hen, hetzelfde.
hebben gezegd
εἰπόντος (eipontos)
Werkwoord – Aorist Participle Active – Genitief Mannelijk Enkelvoud
Strongs Grieks 2036: antwoorden, bieden, woord brengen, bevelen.
deze dingen,
ταῦτα (tauta)
Demonstratief voornaamwoord – accusatief onzijdig meervoud
Strongs Grieks 3778: dit; hij, zij, het.
de
οἱ (hoi)
Artikel – nominatief mannelijk meervoud
Strongs Grieks 3739: De, het bepaalde lidwoord.
Joden
Ἰουδαῖοι (Ioudaioi)
Adjectief – nominatief mannelijk meervoud
Strongs Grieks 2453: Joods.
ging weg,
ἀπῆλθον (apēlthon)
Verb – Aorist Indicatief Actief – 1ste Persoon Enkelvoud
Strongs Grieks 565: Om te komen of weg te gaan, te vertrekken, terug te keren, aan te komen, na te gaan, te volgen.
hebben
ἔχοντες (echontes)
Verb – tegenwoordig deelwoord Actief – naamwoordelijk mannelijk meervoud
Strongs Grieks 2192: hebben, vasthouden, bezitten.
veel
πολλὴν (pollēn)
Adjectief – Accusatief vrouwelijk enkelvoud
Strongs Grieks 4183: Veel, veel; vaak.
redeneren
συζήτησιν (syzētēsin)
Naamwoord – Accusatief vrouwelijk enkelvoud
Strongs Grieks 4803: Onderlinge ondervraging, disputatie.
onder
ἐν (en)
Prepositie
Strongs Grieks 1722: in, op, onder.
zichzelf.
ἑαυτοῖς (heautois)
Reflexief voornaamwoord – Datief Mannelijk 3e Persoon Meervoud
Strongs Grieks 1438: hijzelf, zijzelf, zichzelf.
Departed Disputation Disputing Great Jews Reasoning Themselves Words
Departed Disputation Disputing Great Jews Reasoning Themselves Words
Handelingen 28:29 NIV
Acts 28:29 NLT
Acts 28:29 ESV
Acts 28:29 NASB
Acts 28:29 KJV
Acts 28:29 BibleApps.com
Acts 28:29 Biblia Paralela
Acts 28:29 Chinese Bijbel
Acts 28:29 Franse Bijbel
Acts 28:29 Clyx Citations
NT Apostelen: Handelingen 28:29 Toen hij deze woorden gezegd had (Handelingen der Apostelen Ac)
Geef een antwoord