De perceptual loop theory of speech monitoring (Levelt, 1983) beweert dat innerlijke en openlijke spraak worden bewaakt door het begripssysteem, dat fouten detecteert door het begrip van geformuleerde uitingen te vergelijken met oorspronkelijk bedoelde uitingen. Om de perceptuele lus monitor te testen, noemden sprekers plaatjes en probeerden soms hun spraak te stoppen in reactie op auditieve (Experimenten 1 en 3) of visuele (Experimenten 2, 4, en 5) woorden die verschilden van de plaatjesnaam. Deze stop-signaal woorden werden gevarieerd in termen van hun semantische of fonologische gelijkenis met het bedoelde woord. Het vermogen om de woordproductie te stoppen was gevoelig voor fonologische gelijkenis en, in experiment 5, voor emotionele valentie, maar niet voor semantische gelijkenis. Deze resultaten suggereren dat de perceptuele lus fouten detecteert door vergelijkingen te maken op een niveau waar fonologische kennis wordt gerepresenteerd. Deze gegevens impliceren ook dat dialoog, back channeling, en andere gebieden waar de spraakproductie wordt beïnvloed door gelijktijdig begrip, kunnen werken op basis van fonologische vergelijkingen.