Staat en groei

Na de toelating van Nebraska tot de unie in 1867, en ondanks een economische depressie en een sprinkhanenplaag, groeide de bevolking van de staat van ongeveer 120.000 tot meer dan 1.000.000 in 1890. Het Indiaanse verzet aan de grens werd in deze jaren gebroken en de nederzettingen breidden zich westwaarts uit tot in de panhandle. Gedurende de jaren 1880 werd Omaha een belangrijk industrieel en vleesverpakkingscentrum, en Lincoln werd prominent als hoofdstad van de staat en als zetel van de Universiteit van Nebraska.

In de jaren 1890 uitten de boeren van Nebraska, geteisterd door slechte oogstprijzen, hoge transportkosten en economische depressie, hun protest via de Volkspartij (ook bekend als de Populistische Partij). Hoewel de populistische beweging in Nebraska van relatief korte duur was, stimuleerde zij het politieke leven in de staat en de voorvechter ervan, William Jennings Bryan, werd een nationaal figuur en driemaal presidentskandidaat. De verwachtingen werden nog hoger gespannen toen Omaha werd uitgekozen als plaats voor de Trans-Missippi en Internationale Tentoonstelling van 1898, een evenement dat de economie van het land nieuw leven moest inblazen en de financiële paniek van de jaren 1890 moest verlichten. De expositie trok in vier maanden tijd meer dan twee miljoen mensen naar Omaha. In 1900 keerde de welvaart terug en die hield twee decennia aan.

In de jaren twintig werd de landbouw van Nebraska echter opnieuw getroffen door een landelijke depressie, die mede verantwoordelijk was voor het faillissement van ongeveer twee vijfde van de staatsbanken van 1921 tot 1930. Met de komst van de wereldwijde Grote Depressie in de jaren 1930 verslechterde de economie van de staat nog verder, waardoor massale federale steun nodig was. Bovendien werden bepaalde graafschappen in het zuidwesten van Nebraska getroffen door de Dust Bowl.

In 1933 gaf de wetgevende macht van de staat toestemming voor de oprichting van openbare elektriciteits- en irrigatiedistricten. De Republikeinse Senator George W. Norris was invloedrijk bij het verkrijgen van leningen van de federale regering die deze districten in staat stelden hydro-elektrische en irrigatieprojecten in de valleien van de Platte en de Loup te bouwen. Een overheidsagentschap kocht later de particuliere elektriciteitsbedrijven buiten het Omaha-gebied op, en in 1946 verwierf het Omaha Public Power District het plaatselijke particuliere elektriciteitsbedrijf. Nebraska werd zo de eerste staat met volledige openbare eigendom van elektrische opwekkings- en distributiefaciliteiten, een ironisch feit gezien zijn reputatie van politiek conservatisme. Norris was ook een groot voorstander van het idee van een wetgevende macht met één kamer, dat in 1934 door de kiezers in Nebraska werd goedgekeurd. De nieuwe wetgevende macht werd in 1937 ingevoerd, en Nebraska werd de eerste en enige Amerikaanse staat met een enkel wetgevend orgaan.

De Tweede Wereldoorlog bracht economisch herstel en andere veranderingen. Fort Crook, ten zuiden van Omaha, werd de vestigingsplaats van een enorme vliegtuigfabriek. In 1948 werd deze locatie, omgedoopt tot Offutt Air Force Base, het hoofdkwartier van het Strategic Air Command (nu U.S. Strategic Command), wat de groei van het grotere Omaha gebied stimuleerde.

Harl Adams Dalstrom