Het grootste deel van de geschiedenis van appendicitis en appendectomie is gemaakt in de afgelopen twee eeuwen. Jacopo Berengario da Carpi gaf de eerste beschrijving van deze structuur in 1522. Gabriele Fallopio, in 1561, schijnt de eerste te zijn geweest die de appendix met een worm vergeleek. In 1579 stelde Caspar Bauhin de ingenieuze theorie voor dat de blindedarm in het intra-uteriene leven diende als opvangplaats voor de faexen. Vele anatomisten voegden meer of minder onbeduidende ideeën toe over de structuur van de appendix en gingen een nutteloze controverse aan over de naam, functie en positie van de appendix vermiformis. De eerste geslaagde appendectomie werd in 1735 uitgevoerd door Claudius Amyand. Geillaume Dupuytren was van mening dat de acute ontsteking van de rechterzijde van de buik het gevolg was van een ziekte van de blindedarm en niet van de appendix. Omdat chirurgen huiverig waren om de buik te openen voor onderzoek, bleven vroege stadia van appendicitis onbekend. John Parkinson kon in 1812 een goede beschrijving geven van een fatale appendicitis. Chirurgen begonnen met het draineren van plaatselijke abcessen die zich reeds hadden gevormd. In 1880 stelde Robert Lawson Tait voor het eerst appendicitis vast en verwijderde hij operatief de appendix. In 1886 publiceerde Reginald Heber Fitz een studie over appendicitis en noemde de ingreep appendectomie. In 1889 splitste Tait een ontstoken appendix open en liet hem leeglopen zonder hem te verwijderen. Charles McBurney stelde zijn oorspronkelijke spiersplijtende operatie voor in 1893 en deze werd gewijzigd door Robert Fulton Weir in 1900. Vandaag de dag hebben we een veelheid van tekenen en symptomen, die helpen bij het diagnosticeren van appendicitis, en zijn er een groot aantal operatietechnieken met weinig wezenlijk verschil. Kurt Semm voerde in 1981 de eerste laparoscopische appendectomie uit, die een nieuwe gouden standaard werd in de chirurgische behandeling van acute en chronische appendicitis.