Het Schengen-akkoord omvat twee verschillende akkoorden die respectievelijk in 1985 en 1990 werden geratificeerd. Samen schaften ze de grenscontroles af en maakten ze de doorreis door Europa een stuk eenvoudiger. De twee afzonderlijke overeenkomsten luidden als volgt:

  • 1985 – Het Schengen-akkoord van 1985 werd gesloten tussen de Benelux Economische Unie, de Franse Republiek en de Bondsrepubliek Duitsland. Al deze regeringen kwamen overeen de grenscontroles aan hun gemeenschappelijke grenzen af te schaffen. In plaats van “stop and search”-tactieken kon elk voertuig dat een groene visadisk op de voorruit had, gewoon doorrijden. Er moesten nog wel bewakers aan de grenzen staan om de voertuigen die een ander land binnenkwamen, visueel te controleren. Dit staat algemeen bekend als Schengen I.
  • 1990 – Het Schengen-akkoord van 1990, dat ook bekend staat als Schengen II, ging nog een stap verder. Het voorzag in de volledige afschaffing van grenscontroles over een bepaalde periode.

Beide Schengenakkoorden betekenden een grote doorbraak voor het verkeer in Europa. De wachtrijen waren vaak kilometers lang, wachtend op grenspatrouilles die hen doorwuifden, maar de akkoorden maakten het mogelijk hieraan een eind te maken. Nu kunnen mensen buurlanden binnenkomen zonder dat zij een identiteitsbewijs hoeven te laten zien. Natuurlijk moeten luchtvaartmaatschappijen het om veiligheidsredenen nog steeds laten zien, maar de grenscontroles zijn een stuk gemakkelijker te omzeilen en bestaan in sommige gevallen niet eens meer.

Zestien Europese landen hebben nu het Schengen-akkoord goedgekeurd. Het gaat om Oostenrijk, België, Denemarken, Finland, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, IJsland, Italië, Luxemburg, Noorwegen, Portugal, Spanje, Zweden, Zwitserland en Nederland. De oorspronkelijke Schengen-akkoorden werden immers in het kader van de Europese Unie genoemd en in de wet opgenomen.

Het Schengen-akkoord effende in feite de weg voor de totstandkoming van het Schengen-visum. Hoewel dit geen deel uitmaakte van de oorspronkelijke bepalingen van het akkoord, hebben bezoekers van de vijftien bovengenoemde landen nu nog maar één visum nodig voor al deze landen. Het Schengen-visum geeft niet-leden van de Europese Unie de mogelijkheid om ongehinderd te reizen door de landen die deelnemen aan het programma.

Het verkrijgen van het visum dat voortvloeide uit het Schengen-akkoord verloopt ongeveer hetzelfde als elk ander visumproces. Je vraagt een visum aan, stuurt je paspoort in en krijgt een stempel in je paspoort als je wordt goedgekeurd. Je moet echter aan bepaalde criteria en vereisten voldoen om in aanmerking te komen voor een visum onder het Schengen-akkoord. Een van de meest opvallende vereisten is de Schengen-visumverzekering.

Schengen-visumverzekering is bedoeld om u te beschermen in geval van een noodgeval, medisch of anderszins, tijdens uw reizen. Het minimumniveau van de Schengen-visumverzekering die u moet hebben om in aanmerking te komen voor een visum is € 30.000. Zonder deze verzekering zou u niet kunnen reizen tussen de Europese landen die onder het Schengen-akkoord vallen.

Schengen visumverzekering is natuurlijk slechts een onderdeel van het kwalificatieproces, maar als u van plan bent om naar Europa te reizen dan is de mogelijkheid de moeite waard om meteen te bekijken. Het Schengen-akkoord heeft de weg vrijgemaakt voor Europese reizen om probleemloos en een veel kostenefficiënter proces te worden. Als zodanig is het verkrijgen van een Schengen-visum verzekering geen probleem in vergelijking met het proces dat u voorheen zou hebben moeten doorlopen!

Meer over het Schengen-akkoord in Wikipedia.