Doel: Gecombineerde endoscopische derde ventriculostomie met choroid plexus cauterisatie (ETV/CPC) verhoogt de waarschijnlijkheid van shuntvrijheid boven ETV alleen, en dus het vermijden van shunt-gerelateerde morbiditeit, bij hydrocephalische zuigelingen. Tot op heden beschrijven vrijwel alle gepubliceerde rapporten ervaringen in Afrika, waardoor generalisatie naar andere delen van de wereld wordt bemoeilijkt. Hier rapporteren de auteurs de eerste Noordamerikaanse prospectieve serie van deze gecombineerde benadering voor de behandeling van hydrocefalie van verschillende etiologieën bij zuigelingen.

Methoden: Een prospectieve serie van 50 jongens en 41 meisjes (gemiddelde en mediane leeftijd 4,7 en 3,2 maanden, respectievelijk) met hydrocefalie ondergingen ETV/CPC uitgevoerd door de senior auteur in het Boston Children’s Hospital van augustus 2009 tot maart 2014. Succesgegevens werden geanalyseerd met behulp van de Kaplan-Meier methode en het Cox proportionele hazards model.

Resultaten: De 91 behandelde patiënten omvatten die met aqueductale stenose (23), myelomeningocele (23), posthemorragische hydrocephalus (25), Dandy-Walker complex (6), post-infectieuze hydrocephalus (6), en andere aandoeningen (8). Met behulp van Kaplan-Meier overlevingsanalyse had 57% van de patiënten na 1 jaar geen behandeling van hydrocefalie meer nodig. Bovendien bleef 65% shuntvrij tot de grens van de beschikbare follow-up (maximum ruwweg 4 jaar). Een Cox proportioneel hazards model identificeerde de volgende onafhankelijke voorspellers van ETV/CPC falen: post-infectieuze etiologie, leeftijd bij behandeling jonger dan 6 maanden, prepontine cisterne littekenvorming, en eerdere CSF omleiding. Van de patiënten met een follow-up van ten minste 6 maanden was het totale ETV/CPC-succes na 6 maanden (59%) groter dan voorspeld door de ETV Success Score (45%). Complicaties waren 1 CSF lekkage en 1 voorbijgaand syndroom van inadequate antidiuretisch hormoon secretie, en er waren geen sterfgevallen.

Conclusies: ETV/CPC is een effectieve, veilige en duurzame behandeling voor hydrocefalie bij kinderen in een Noord-Amerikaanse populatie, met 1-jaars succespercentages vergelijkbaar met die gemeld in Afrika en gelijkwaardig aan die voor primaire shuntplaatsing in Noord-Amerika. Deze bevindingen onderstrepen de noodzaak van prospectieve multicenter studies naar de resultaten, de kwaliteit van leven en de economische impact van de procedure in vergelijking met primaire shuntplaatsing.