Hier is een snel ‘spiekbriefje’ voor je over Italiaanse voornaamwoorden, waarvan veel OnlineItalianClub.com-leden me vertellen dat ze ze niet echt snappen.

Het duurt hooguit vijf minuten om het algemene idee te krijgen, maar merk op dat ik ALLE complicaties heb overgeslagen. Het idee is om je hier een overzicht te geven van hoe het werkt in het Engels, en in het Italiaans, en dan de details te behandelen in een ander artikel of artikelen (als je nu meer diepgang wilt, is er een echt nuttige webpagina hier).

Onderworpen voornaamwoorden

“Ik geef les, jij leert.”

Ik & Jij bent het onderwerp van de werkwoorden onderwijzen & leren.

Onderworpen voornaamwoorden in het Engels: I, you, he, she, it, we, you, they

En in het Italiaans:

io, tu, lui (hij), lei (zij), Lei (formeel ‘jij’ altijd met hoofdletter), noi, voi, loro

Nou dat deed geen pijn, toch?

Reflexieve voornaamwoorden

Makkelijker dan ze klinken, worden reflexieve voornaamwoorden gebruikt wanneer het onderwerp en het lijdend voorwerp van het werkwoord hetzelfde zijn (wat in het Italiaans veel meer schijnt te gebeuren).

Je leert jezelf voornaamwoorden aan. Of je maakt jezelf een stevige borrel, in plaats daarvan.

Reflexieve voornaamwoorden in het Engels: myself, yourself, himself, herself, itself, ourselves, yourselves, themselves

Reflexieve voornaamwoorden in het Italiaans: mi, ti, si, ci, vi, si

Pretty easy, right?

Verhalende bijvoeglijke naamwoorden & voornaamwoorden

Mijn pizza is groter dan die van jou.

Mijn is een bezittelijk bijvoeglijk naamwoord, dat het zelfstandig naamwoord ‘beschrijft’ (mijn pizza).

Uw is een bezittelijk voornaamwoord, dat dus in de plaats komt van het zelfstandig naamwoord (‘jouw’ in plaats van ‘jouw pizza’).

In het Engels hebben bezittelijke voornaamwoorden en bezittelijke bijvoeglijke naamwoorden verschillende vormen:

bijvoeglijke naamwoorden: my, your, his, her, its, our, your, their

pronomen: mine, yours, his, hers, (its), ours, yours, theirs

In het Italiaans lijken ze hetzelfde te zijn: mio, tuo, suo, nostro, vostro, loro

Maar natuurlijk moet je in het Italiaans niet vergeten om de uitgang te veranderen voor mannelijk/vrouwelijk/singulier/ meervoud, en meestal om het lidwoord te gebruiken (“De mijn pizza” – La mia pizza)

Directe (object) voornaamwoorden

Kus me!

‘Me’ is het lijdend voorwerp van het werkwoord ‘kus’.

In het Engels: me, you, him, her, it, us, you, them

In het Italiaans: mi, ti, lo, la, ci, vi, li (masc. meervoud), le (fem.meervoud)

Merk op dat deze in principe hetzelfde zijn als de wederkerende voornaamwoorden, behalve voor de derde persoon: lo, la, li, le

Indirecte (object) voornaamwoorden

Dit is dus waar Engels en Italiaans beginnen te verschillen op potentieel verwarrende manieren.

In het Engels zou “Send a letter to your lover” met voornaamwoorden zijn: “Send it to her” (of hem), of “Send her it”.

Merk op dat wanneer de brief (lijdend voorwerp) eerst komt, we het voorzetsel “to” gebruiken vóór het lijdend voorwerp (haar). Maar wanneer het lijdend voorwerp eerst komt, is er geen “aan”.

Geef het me. Geef het aan mij.

Directe en indirecte voornaamwoorden in het Engels zijn hetzelfde, terwijl in het Italiaans de derde persoon (hij/zij/het, en zij) vormen verschillen.

mi, ti, gli, le, (Le voor het formele ‘jij’), ci, vi, loro

Dus, je moet uitkijken hoe je omgaat met object voornaamwoorden… je zult ‘hem’, ‘haar’ en ‘hen’ anders moeten vertalen, afhankelijk van of waar je het over hebt het directe of indirecte object van het werkwoord is.

‘Voorzetsel’-pronomen

“Naar mij” &”van mij” (Stuur het naar mij, Een cadeautje van mij) zijn voorzetsels met voornaamwoorden.

In het Engels gebruiken we dezelfde set “object” voornaamwoorden, maar in het Italiaans is er een speciale vorm: me, te, lui, lei (Lei), noi, voi, loro

Het goede nieuws is dat afgezien van de eerste twee, me & te (die toch al doodsimpel zijn) ze hetzelfde zijn als de onderwerps voornaamwoorden waar we vandaag mee begonnen zijn.

**********

Verward? Ja, ik ook een beetje.

Maar je weet nu in ieder geval wat de termen betekenen, toch?

En als je dit nog eens doorwerkt, zul je zien dat de grootste verschillen komen met de derde persoonsvormen (hem, haar, het, hen).

Het helpt wel om te weten dat het niet het hele voornaamwoordsysteem is dat de pijn veroorzaakt, maar slechts een of twee rotte appels…

Echt waar.