Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden radarsystemen gebruikt om verschillende missies te begeleiden en vliegtuigen te volgen. Soms merkten radaroperators echter dat ze vreemde echo’s op hun scherm te zien kregen. Na onderzoek ontdekte men dat de echo’s die de operatoren op hun scherm zagen, geen vliegtuigen waren of iets dat met missies te maken had, maar eerder interferentie van het weer.
Op ongeveer 25 jaar voor de Tweede Wereldoorlog werkte Sir Robert Watson-Watt al aan problemen die te maken zouden blijken te hebben met het lokaliseren van doelen met behulp van radar. Watson-Watt ontwikkelde methoden om onweersbuien op te sporen aan de hand van verschillende soorten golven die ze uitzonden. In 1935 begon hij onderzoek te doen naar het opsporen van vliegtuigen met behulp van elektromagnetische golven. Dit werk vormde de basis voor het ontwerp van ’s werelds eerste operationele radarsysteem.
Toen de Tweede Wereldoorlog was afgelopen, ontving het Weather Bureau (nu bekend als de National Weather Service) 25 radars die tijdens de oorlog door marinevliegtuigen waren gebruikt. Deze Weather Surveillance Radars (WSR), genaamd WSR-1, WSR-1A, WSR-3 en WSR-4, werden aangepast voor meteorologisch gebruik en werden uiteindelijk in het hele land ingezet. De eerste werd in maart 1947 in Washington DC geïnstalleerd. Drie maanden later werd een tweede geïnstalleerd in Wichita, Kansas. Nog geen twee jaar na de installatie van de Wichita-radar werd de radar gebruikt om een vliegtuig veilig te laten landen tijdens een onweersbui.
WSR-1 Console
Een van de belangrijkste factoren die een grootschaliger gebruik van radar op gang brachten, waren orkanen. In 1954 kwamen twee orkanen binnen 11 dagen na elkaar aan land langs de oostkust. Tegen de tijd dat het orkaanseizoen 1955 aanbrak, waren langs de oostkust en in Puerto Rico nog eens drie radars geïnstalleerd. Tijdens het seizoen 1955 kwamen drie orkanen aan land langs de oostkust. Na twee opeenvolgende jaren van grote orkaanschade werd een budget opgesteld dat de installatie van extra radars omvatte. Deze zouden uiteindelijk bekend worden als de WSR-57.
WSR-57 Console
WSR-57 Display of Hurricane Donna (1960)
Tijdens de jaren zestig onderging de elektronica-industrie een grote verandering. Elektronische componenten konden kleiner worden gemaakt dankzij de transistor. Een groep ingenieurs richtte Enterprise Electronics Corporation op om meer geavanceerde radars te ontwerpen en te produceren. Hun eerste radar werd in 1969 geïnstalleerd bij een televisiestation in Tampa, Florida. Een jaar later werd een tweede radar geïnstalleerd in Jackson, Mississippi. In 1976 kreeg het NWS financiering om de oudere radars te vervangen door nieuwere radars. Deze radars werden bekend als de WSR-74C.
WSR-74C Console
WSR-74C Display
Na de ingebruikname van de WSR-74C, bundelden twee laboratoria die een belangrijke rol speelden bij de ontwikkeling van de radar, het NOAA National Severe Storms Lab en het Air Force Geophysics Laboratory, hun krachten om te werken aan het Joint Doppler Operational Project. De weg naar de ontwikkeling van wat uiteindelijk NEXRAD zou gaan heten, begon in 1978. Zo’n 12 jaar later werd de eerste WSR-88D geïnstalleerd in de buurt van Norman, Oklahoma. In totaal zijn er nu 158 van deze radars over het hele land geïnstalleerd. De WSR-88D was de eerste radar met Doppler-mogelijkheden, waardoor de radar niet alleen een echo kan waarnemen, maar ook de beweging van die echo kan bepalen.
Current WSR-88D Console
WSR-88D Display
Hoewel de eerste toepassingen van radar niet meteorologisch waren, is het interessant om te zien hoe een waarneming van wat men dacht dat een vreemde echo was, de aanzet gaf tot de ontwikkeling die leidde tot wat we vandaag hebben. Er worden nog steeds nieuwe weerradars ontworpen en getest terwijl de evolutie voortgaat. Wie weet welke extra meteorologische gegevens we in de komende 50 jaar nog te zien zullen krijgen? Eén ding is zeker: we hebben een lange weg afgelegd!
Geef een antwoord