Ik had nog nooit een orgasme gehad van orale seks en was weggeblazen door de kracht ervan. Onmiddellijk daarna hadden we seks, en het was ongelooflijk. Ik heb me geen enkele keer afgevraagd: Zit hij er al in? Of: Wat is een snellere ontsnappingsroute, de trap of het raam?

Teapot en ik zijn niet meer samen, maar na die nacht heb ik mijn eerdere verklaringen ingetrokken. Het gaat niet om de grootte, het gaat erom dat je weet te gebruiken wat je hebt.

-Beverly

“I Finally Committed”

Mijn man en ik hadden geen jongen-ontmoet-meisje, verliefd-en-getrouwd-zijn soort romantiek. Wat wij hadden was gebroken en ingewikkeld, emotioneel slopend en slecht getimed. En in de jaren dat we stroomopwaarts zwommen tegen onze intense band in, was het de seks – de zweterige, heter dan juli seks – die ons bij elkaar hield. Maar zelfs met zo’n buitenaardse chemie, had ik maar af en toe een orgasme met hem. Wat is dat toch, vroeg ik me verward af, telkens als het uitbleef – ik ben zo sensueel als het maar zijn kan.

Het was nog niet tot me doorgedrongen, de correlatie tussen mijn emoties en mijn extase. Mijn lichaam wist wat mijn mond nooit zou zeggen, en dus stond het onbewust op zijn hoede, niet in staat om “daarheen te gaan”, want wie wist eigenlijk hoe dit alles zou aflopen?

Fast-forward twee zonen en drie jaar huwelijk later. Grappig hoe de volledige toewijding en het afpellen van emotionele lagen de echte orgasme spier, de hersenen, vrijmaakt. Hoe meer routine (maar toch verbonden) onze relatie werd, hoe vaker en buitensporiger mijn grote O. Vandaag de dag is het niet alleen dat ik hem vertrouw; ik heb ook gedurfd om mezelf te vertrouwen – om op vertrouwen uit te stappen, om mijn hart aan een ander te geven, om mezelf te laten geloven.

Een paar maanden geleden heb ik mijn man overgehaald om voor mijn verjaardag een van die goedkope, vrij verkrijgbare mannelijke prestatieverhogende dingen te nemen. Nadat hij zich bedacht had dat hij dood zou gaan… had ik elk mogelijk orgasme, veel meer dan een vrouw in één sessie zou moeten hebben. Genoeg om diegene die ik in de loop der jaren niet had gehad goed te maken. Genoeg om me te bewijzen dat vertrouwen misschien wel het beste afrodisiacum is.

-Kierna

“I Found the Doctor Who Could Heal Me”

Ik was 21 toen ik me voor het eerst realiseerde dat er “daar beneden” iets niet helemaal in orde was. In de verwachting dat een geweldige nacht met mijn studievriendje zou eindigen in mijn eerste orgasme, werd ik in plaats daarvan getroffen door een ondraaglijke, game-eindigende pijn die me tegelijkertijd mijn benen deed sluiten en hem wegsloeg. We waren allebei geschokt. Hij mompelde: “Daar moet je achter zien te komen,” voordat hij zich omrolde.

Ik kwam er niet achter, niet bij hem en ook niet bij de andere jongens met wie ik de komende, let wel, 15 jaar samen was. Dat wil niet zeggen dat ik het niet geprobeerd heb, met alles van praattherapie (betaalde adviseurs en elke vriend binnen gehoorsafstand) tot retailtherapie (snoep-appel groene vibrators en boeken met titels als Sex for One: The Joy of Selfloving). Niets hielp. De pijn – een gevoeligheid zo intens dat elk lichamelijk contact ondraaglijk was – was er altijd.

Eindelijk vertelde ik het mijn gynaecoloog. Ze gaf mijn clitoris een snelle check-over tijdens mijn jaarlijkse, zei dat alles er normaal uitzag en vertelde me dat orgasme problemen gebruikelijk waren voor vrouwen. Omdat ik een lichamelijk probleem uitsloot, vroeg ik me af waarom ik mezelf geen plezier kon gunnen. Het was zeker geen gebrek aan inspanning. Gewapend met alles wat ik uit mijn boeken had geleerd, was ik een technisch genie. Maar al die kennis heeft een kerel afgeschrikt toen ik hem expliciet vertelde wat ik wilde dat hij met me deed. Er is een groot verschil tussen vieze praatjes en Ikea-montage-instructies (“Dus terwijl je penis op punt A staat, leg je je hand op punt B, en dan zal ik…”). Toen ik 33 was, had ik het daten zo’n beetje helemaal opgegeven. Wie, vroeg ik me af, wilde beschadigde goederen?