23 Aug Does God Harden Our Heart? Or, Do We Harden Our Own Heart?
John 12:37-40Hoewel Hij ook vele tekenen voor hun aangezicht gedaan had, toch geloofden zij niet in Hem, opdat vervuld zou worden het woord, dat de profeet Jesaja gesproken had: “Here, wie heeft geloofd wat hij van ons gehoord heeft, en aan wie is de arm des Heren geopenbaard?” Daarom konden zij niet geloven. Want opnieuw zei Jesaja: “Hij heeft hun ogen verblind en hun hart verhard…”
Jezus Christus zegt van sommige mensen, dat God “hun hart heeft verhard”.
Hoe zou dit kunnen? Is God niet goed? Waarom zou een goede God iemands hart verharden en hem dan straffen omdat hij een hard hart heeft?
De woorden van Jezus zijn een echo van een verhaal uit het Oude Testament. In het boek Exodus ontdekken we dat het Israëlitische volk, dat een paar miljoen mensen telt, slaaf is van een wrede tiran met de naam Farao, die regeerde als de machtigste man op aarde en werd aanbeden als een god. God riep Mozes om aan de farao Gods eis te verkondigen dat zijn volk zou worden vrijgelaten om hem vrijelijk te aanbidden.
Parao reageert op Gods bevelen met een hard hart – iets wat zo’n negentien keer in het verhaal wordt genoemd.(1) Sommige van deze verzen zeggen dat het God was die Farao’s hart verhardde, terwijl andere verzen aangeven dat Farao zijn eigen hart verhardde. Sommige theologen hebben gezegd dat de bewoordingen slechts het Hebreeuwse begrip van de wereld weerspiegelen, en dat de kwestie grotendeels een kwestie van semantiek is, omdat zij elke actie uiteindelijk als een werk van God zouden hebben gezien.
De vraag die uit deze verzen is losgebarsten is of God Farao’s wil had kunnen overrulen, zijn hart had kunnen verharden, en hem vervolgens voor zijn zonde had kunnen straffen. Als God dat had gedaan, dan zou God onrechtvaardig en moreel verantwoordelijk zijn geweest door Farao te laten zondigen en toch Farao te straffen omdat hij deed wat hij gedwongen werd te doen. Evenzo is een mishandelende vader die zijn kind over de eettafel gooit en het vervolgens slaat omdat het melk morst, onrechtvaardig.
Moses (en Paulus in Romeinen 9) is er stellig van overtuigd dat God inderdaad Farao’s hart verhardde. De vraag hoe God Farao’s hart verhardde is ongelooflijk belangrijk als men de rechtvaardigheid van God wil verdedigen. Het antwoord is dat God Farao’s hart verhardde met geduld en genade. God hoefde Mozes niet meerdere keren naar Farao te sturen om Farao uit te nodigen berouw te tonen over zijn zonde en de Israëlieten te bevrijden. God hoefde geen wonderen te verrichten ten overstaan van de Farao om zijn macht en soevereine heerschappij over zelfs de Farao te bewijzen. Bovendien wist God dat Farao’s hart hard was en dat, door hem te vragen zich te bekeren en onder de leiding van de echte God te komen, Farao alleen maar bozer en hardvochtiger zou worden. Daarom was het genade die Farao’s hart verhardde, vergelijkbaar met het hopen van brandende kolen op het hoofd van iemands vijanden, zoals Jezus zei.
Daaruit volgt dat God genadig blijft en niet onrechtvaardig is. De verantwoordelijkheid voor het harde hart ligt uiteindelijk bij de onboetvaardige, zondige farao die herhaaldelijk Gods aanbod van genade afwijst. Zo klinkt de waarheid van de Puriteinen door dat “dezelfde zon die het ijs doet smelten, de klei verhardt.”
Hoe is uw hart tegenover God op dit moment? Hard, of zacht?
Geef een antwoord