DOCTOR’S VIEW ARCHIVE

Diabetes mellitus, in de volksmond diabetes genoemd, betekent zoete urine. Het is een chronische medische aandoening die gepaard gaat met abnormaal hoge suikerniveaus (glucose) in het bloed. Verhoogde bloedglucosespiegels (hyperglykemie) leiden tot het morsen van glucose in de urine, vandaar de term zoete urine.

Normaal wordt het bloedglucosegehalte streng gecontroleerd door insuline, een hormoon dat door de alvleesklier wordt geproduceerd. Insuline verlaagt het bloedglucosegehalte. Wanneer de bloedglucose stijgt (bijvoorbeeld na het eten van voedsel), wordt insuline afgegeven door de alvleesklier om de glucosespiegel te normaliseren. Bij patiënten met diabetes mellitus veroorzaakt het ontbreken of de ontoereikende productie van insuline hyperglykemie.

Diabetes mellitus is een chronische aandoening, wat betekent dat ze een leven lang kan duren. Na verloop van tijd kan diabetes mellitus leiden tot blindheid, nierfalen en zenuwbeschadiging. Diabetes mellitus is ook een belangrijke factor bij het versnellen van de verharding en vernauwing van de slagaders (atherosclerose), wat leidt tot beroerten, coronaire hartziekten en andere bloedvataandoeningen in het lichaam.

Diabetes mellitus treft 12 miljoen mensen (6% van de bevolking) in de Verenigde Staten. De directe en indirecte kosten van diabetes mellitus bedragen 40 miljard dollar per jaar. Het is de derde doodsoorzaak in de Verenigde Staten, na hartziekten en kanker.

In de Verenigde Staten is diabetes mellitus de belangrijkste oorzaak van nieuwe blindheid bij volwassenen, nierfalen, en amputaties (niet veroorzaakt door verwondingen). Het gebrek aan insuline, onvoldoende productie van insuline, productie van defecte insuline, of het onvermogen van cellen om insuline te gebruiken, leidt tot verhoogde bloedglucose (suiker) niveaus, aangeduid als hyperglykemie, en diabetes mellitus.

Glucose is een eenvoudige suiker die in voedsel voorkomt. Glucose is een essentiële voedingsstof die energie levert voor het goed functioneren van de lichaamscellen. Na de maaltijd wordt het voedsel verteerd in de maag en de darmen. De glucose in verteerd voedsel wordt door de darmcellen opgenomen in de bloedbaan, en wordt door het bloed naar alle cellen in het lichaam gebracht. De glucose kan echter niet alleen de cellen binnenkomen. Het heeft hulp van insuline nodig om door de celwanden te dringen.

Zonder insuline raken de cellen uitgehongerd van glucose-energie, ondanks de aanwezigheid van overvloedige glucose in het bloed. Bij diabetes mellitus leidt het onvermogen van de cellen om glucose te gebruiken tot de ironische situatie van verhongering te midden van overvloed. De overvloedige, ongebruikte glucose wordt verspillend in de urine uitgescheiden. Insuline is een hormoon dat wordt geproduceerd door gespecialiseerde cellen (eilandjescellen) van de alvleesklier. Insuline helpt niet alleen de glucose de cellen binnen te dringen, maar is ook belangrijk voor de strakke regeling van het glucosegehalte in het bloed.