Net als velen had ik gehoopt dat de toevoeging van Neil Young aan Crosby, Stills, and Nash hun muziek de lef en de substantie zou geven die op het eerste album ontbrak. Live optredens van de groep suggereerden dat dit gebeurd was. Young’s stem, gitaar, composities en podiumpresentatie voegden elementen van duisternis en mysterie toe aan nummers die voorheen een soort zoetsappige zoetheid hadden uitgedragen. Jammer genoeg kwam er van deze invloed weinig terecht tijdens de opnamesessies voor Déjà Vu. Ondanks het formidabele werk van Young op veel van de nummers, is het basisgeluid geen spat veranderd. Het is nog steeds te zoet, te rustgevend, te perfect, en te mooi om waar te zijn.

Neem bijvoorbeeld de hele tweede kant. Hier hebben we een prachtige showcase van alle sterke punten van Crosby, Stills, Nash, and Young – precisie spel, schitterende harmonieën, een ontspannen maar krachtig ritme, en onberispelijke twaalf-snarige gitaren. Maar staan hier ook echt eersteklas nummers op? Als die er zijn, hoor ik ze niet. David Crosby’s “Deja Vu” heeft weinig of geen melodie en slaagt er totaal niet in om het griezelige gevoel te vangen dat gepaard gaat met een echte deja vu ervaring. “Our House” van Graham Nash is een luchtig deuntje dat niets te vertellen heeft en dat duidelijk maakt door zijn pruttelende melodie. Steve Stills’ “4+20” roept enkele stille raadsels op, maar met zulke lauwe vragen op het spel, wie kan het echt iets schelen? Neil Young’s “Country Girl” zet zijn traditie van massieve productienummers voort, waaronder het meesterlijke “Broken Arrow” en “Down By The River”. Maar vergeleken met zijn vroegere werk, is het stuk jammer genoeg weinig onderscheidend. Zowel in dit nummer als in het volgende, “Everybody I Love You,” gaat Young’s stem op in de majeur barbershop harmonisatie van de andere zangers. C, S, N en Y zouden waarschijnlijk de beste versie van “Sweet Adeline” in de opgenomen geschiedenis kunnen doen.

De teleurstelling over het album wordt nog vergroot door de absurditeit van de pretenties. De aangekondigde lederen hoes blijkt niets meer dan gekreukt karton te zijn. Wat een mijlpaal – nep kunstleer! Het korrelige portret van de “Oude Westen”-figuren op de hoes lijkt minder op Billy the Kid, de James Gang en Buffalo Bill dan op de wachtkamer voor werkloze figuranten voor Frontier Atmosphere Inc. “Nu dan, wie van jullie desperado’s is de volgende?” En, natuurlijk, de mooie bladgouden letters blijken gele Reynolds Wrap te zijn. Deja Vu wil u ervan overtuigen dat het diep in de Amerikaanse aarde geworteld is. Maar bij nadere beschouwing blijkt dat de penwortel stevig in het stedelijke commerciële asfalt is geïmplanteerd.

Populair op Rolling Stone

Er staat veel op dit album van echte verdienste. “Helpless”, “Carry On” en “Teach Your Children” zijn uitstekende nummers, goed uitgevoerd. Maar voor mij zullen Crosby, Stills and Nash – plus of min Neil Young – waarschijnlijk de band blijven die de vraag stelt: “Wat kunnen we doen dat echt heavy zou zijn?” En dan antwoordt, “Wat dacht je van iets van Joni Mitchell?”