Op 28 oktober 312 na Chr. versloeg de Romeinse generaal en gouverneur van Oost-Rome, Constantijn, keizer Maxteus van Rome in een eendaagse oorlog die bekend staat als de ‘Paul Milviaanse’ oorlog. Maxteus was een voorstander van de keuze van de keizer door de Romeinse Senaat en Constantijn verzette zich tegen deze oude Romeinse methode. Bovendien verwierp Maxteus het voorstel van Constantijn om het Romeinse Rijk een confederatie te laten worden van twee Oostelijke en Westelijke delen en beschouwde hij dit als een voornemen om Rome te desintegreren en op te heffen. Na de overwinning verzamelde Constantijn zijn troepen en vertelde hen dat hij tijdens de oorlog, toen hij voor de zon stond om de overwinning te vragen, een lichtgevend kruis in de zon had gezien en daarom had besloten christen te worden. Dit leidde tot de uitvaardiging van het Charter van Milaan op 9 november en daarmee tot de erkenning en tolerantie van het christendom op het Romeinse schiereiland. Degenen die gevangen waren gezet omdat zij christen waren, werden vrijgelaten en hun bezittingen werden aan hen teruggegeven. Constantijn was de eerste christelijke Romeinse keizer en hij koos Constantinopel (Istanbul) als zijn hoofdstad.

De grootste stad van Turkije, gelegen op een schiereiland aan de ingang van de Zwarte Zee, ligt aan weerszijden van de Bosporus en bevindt zich dus zowel in Europa als in Azië. Byzantium werd gesticht als een Griekse kolonie in de 8e eeuw v. Chr. In 512 v. Chr. ging het over naar de Perzische Achaemenische dynastie en vervolgens naar Alexander de Grote, waarna het in de 1e eeuw n. Chr. een vrije stad werd onder de Romeinen. Keizer Constantijn I maakte van de stad in 330 de zetel van het Oost-Romeinse Rijk en noemde haar later Constantinopel. Het bleef de hoofdstad van het daaropvolgende Byzantijnse Rijk na de val van Rome in de late 5e eeuw. In de 6e-13e eeuw werd de stad regelmatig belegerd door Perzen, Arabieren, Bulgaren en Russen. Het werd veroverd door de Vierde Kruistocht (1203) en overgedragen aan het Latijns-Christelijke bewind. In 1261 kwam het weer onder Byzantijns bewind. In 1453 werd het door het Ottomaanse Rijk veroverd en werd het de Ottomaanse hoofdstad. Toen in 1923 de Republiek Turkije werd gesticht, werd de hoofdstad verplaatst naar Ankara, en Constantinopel werd in 1930 officieel omgedoopt tot Istanbul. Veel van de historische bezienswaardigheden van de stad bevinden zich in de middeleeuwse ommuurde stad (Stamboul). Tot de architecturale schatten behoren de Hagia Sophia, de Moskee van Süleyman en de Blauwe Moskee. Tot de onderwijsinstellingen behoren de Universiteit van Istanbul (opgericht in 1453), de oudste universiteit van Turkije.