Tribal Waka

Meer waka hourua volgden Kupe in de volgende paar honderd jaar, en landden op verschillende plaatsen in Nieuw Zeeland. Men gelooft dat de Polynesische migratie gepland en weloverwogen was, waarbij veel waka hourua terugreizen naar Hawaiki. Vandaag de dag maken de Māori deel uit van een iwi (stam), een groep mensen die afstammen van een gemeenschappelijke voorouder en geassocieerd zijn met een bepaalde regio of gebied in Nieuw-Zeeland. Elke iwi heeft zijn eigen hapū (substammen). Iwi kunnen hun volledige oorsprong en whakapapa (genealogie) herleiden tot bepaalde waka hourua. De zeven waka die naar Aotearoa kwamen, heetten Tainui, Te Arawa, Mātaatua, Kurahaupō, Tokomaru, Aotea en Tākitimu.

Leven van het land

Māori waren deskundige jagers, verzamelaars en telers. Zij weefden visnetten van harakeke (vlas) en maakten vishaken van been en steen. Ze jaagden op inheemse vogels, waaronder de moa, de grootste vogel ter wereld, met een reeks ingenieuze vallen en strikken.

Māori verbouwden land en introduceerden groenten uit Polynesië, waaronder de kūmara (zoete aardappel) en kookten vaak hāngi (een aardeoven). Zij aten ook inheemse groenten, wortels en bessen. Gevlochten manden werden gebruikt om voedsel te dragen, dat vaak werd opgeslagen in een pātaka – een op palen gebouwde voorraadschuur.