Habitat
De Basilisk leeft langs het water in een verscheidenheid van bossen, waaronder droge, vochtige en natte laaglandbossen en vochtige en natte bossen in de premontane zone. Zelfs in sterk verstoorde landbouwgebieden kunnen ze overleven in galerijbossen of secundaire groei in de buurt van beken.

Bereik
Basilis-soorten leven gewoonlijk in laaggelegen gebieden, van zeeniveau tot 600 m. De soort strekt zich uit van zuidwestelijk Nicaragua tot noordwestelijk Colombia aan de Stille Oceaan, en van centraal Panama tot noordwestelijk Venezuela aan de Atlantische zijde.

Fysieke beschrijving
De hagedis onderscheidt zich van soortgelijke soorten in zijn verspreidingsgebied door zijn grote omvang en de hoge vinachtige kammen op zijn rug. Mannetjes hebben ook hoge kammen op de kop en staart. Beide geslachten zijn bruin tot olijfkleurig, en hebben een witte, crèmekleurige of gele streep op de bovenlip en een tweede streep langs weerszijden van zijn lichaam; deze strepen hebben een hoger contrast bij jonge hagedissen en vervagen naarmate de hagedissen ouder worden.

Biologie en natuurlijke historie
Dit buitengewone reptiel, dat ook wel de “Jezus Christus-hagedis” wordt genoemd, kan bij bedreiging over het water rennen. Dit schouwspel kan gemakkelijk worden waargenomen; de volwassenen koesteren zich dikwijls bij daglicht in de nabijheid van het water, wanneer zij niet foerageren of rusten. s Nachts slapen ze op zitstokken dicht bij de grond of zo hoog als 20 m.

Wanneer hij schrikt, ontsnapt de Basilisk door zich naar de dichtstbijzijnde rand van het water te haasten – en blijft sprinten. De hagedis loopt alleen op zijn achterpoten in een rechtopstaande positie, met zijn armen langs zijn zij. Deze basilisk is zo handig op het water omdat zijn poten groot zijn en voorzien van huidflappen langs de tenen; bij snelle bewegingen kan de hagedis een wateroppervlak oversteken alvorens te zinken. Op het water haalt hij een gemiddelde snelheid van 8,4 km/u (of 5,2 mph), wat net iets trager is dan zijn snelheid op het land. Jonge basilisken kunnen 10 tot 20 meter over het water afleggen, terwijl volwassen dieren slechts enkele meters afleggen alvorens te zinken. Volwassen dieren bewegen niet traag, maar ze wegen meer en kunnen niet zo lang sprinten. Eens een basilisk onder water is, zwemt hij verder tot hij ver genoeg van zijn achtervolger is – als het roofdier voorbij de oever is gevolgd! Hoewel deze hagedis dicht bij het water blijft om aan landroofdieren te ontsnappen, zwemt hij alleen als het nodig is omdat er waterdieren zijn die de basilisk net zo graag zouden opeten als ze de kans krijgen.

Vrouwtjes leggen meerdere legsels van 2 tot 18 eieren. Grotere vrouwtjes leggen meer eieren in elk legsel. De jongen worden achtergelaten en komen na 3 maanden uit. Slechts ongeveer 60% van de uitgekomen jongen overleeft, omdat ze veel roofdieren hebben. Roofvogels zijn de belangrijkste achtervolgers, en ook opossums en slangen azen op slapende hagedissen. Als hij volwassen wordt, leeft een mannetje 4 tot 6 jaar, iets langer dan de vrouwtjes. Een ouder dominant mannetje zal vrouwtjes die binnen zijn territorium leven verdedigen tegen jonge concurrenten.

Dieet
Deze hagedis jaagt op een grote verscheidenheid van actieve prooien, waaronder insecten, schorpioenen, zoetwatergarnalen en vissen, maar ook kleine individuen van hagedissen, slangen, zoogdieren en vogels. Ze foerageren ook op bloemen, vruchten en knoppen van planten die in de buurt van water groeien. Jonge dieren eten vooral insecten, maar kunnen ook vis eten.

Grootte/gewicht
Luikens wegen amper 2 g en zijn 37 tot 43 mm lang. Volwassen mannetjes zijn over het algemeen 130 tot 250 mm lang en wegen 600 g. Vrouwtjes zijn over het algemeen 135 tot 194 mm lang en wegen half zo veel als de mannetjes. De staart van deze hagedissen maakt 70 tot 75% van hun totale lengte uit: bij een hagedis van 800 mm (of 31,5 in) lang bijvoorbeeld, bestaat 600 mm van zijn lengte uit staart.

Taxonomy
Order: Squamata
Familie: Iguanidae

Bronnen
Leenders, Twan. Een gids voor Amfibieën en Reptielen van Costa Rica. Zona Tropical, S.A, Miami, FL, 2001.

Savage, Jay M. The Amphibians and Reptiles of Costa Rica: A Herpetofauna between two Continents, between Two Seas. The University of Chicago Press, Chicago, 2002.

Scott, N. J., J. M. Savage, and D. C. Robinson in Janzen, Daniel H. Costa Rican Natural History. Chicago: University of Chicago Press, 1983.

-Amy Strieter, Wildlife Writer