In 2016 is het 200 jaar geleden dat Laënnec de stethoscoop uitvond, met de daaropvolgende publicatie van auscultatoire geluiden voor klinische diagnose in 1819. Vandaag de dag zijn anamnese en onderzoek nog steeds van cruciaal belang voor een accurate diagnose. De hypothetisch-eductieve diagnosemethode op basis van de stelling van Bayes vereist een gedetailleerde anamnese en onderzoeksvaardigheden om symptomen en verschijnselen op te sporen. De belangrijkste symptomen van ademhalingsaandoeningen zijn ademnood, pijn op de borst, piepende ademhaling, hoest en daarmee gepaard gaande sputumproductie. Ook andere dan ademhalingsaandoeningen kunnen dergelijke symptomen veroorzaken. Een systematische benadering van de anamnese moet alle primaire symptomen, hun tijdsverloop, kenmerken, ernst en traject omvatten. Een overzicht van niet-respiratoire associaties, farmaceutische en historische aspecten van respiratoire symptomen moet voorafgaan aan een grondig onderzoek van de klinische symptomen. Verdere vraagstelling of onderzoek zal leiden tot assimilatie van informatie, synthese met clinicopathofysiologische kennis van respiratoire aandoeningen, en formulering van een differentiële diagnose. Bij onderzoek, gebaseerd op het model van inspectie, palpatie, percussie en auscultatie, zijn er een paar klassieke patronen van de belangrijkste focale afwijkingen, hoewel er een afwezigheid van klinische tekens kan zijn. Dit artikel geeft een overzicht van de belangrijkste kenmerken van respiratoire symptomen en tekenen, geeft tips over hoe deze het best kunnen worden uitgelokt, en bespreekt patronen van klinische kenmerken die bepaalde diagnoses doen vermoeden.