Lear Outcomes

  • Identify the two major abiotic factors that determine terrestrial biomes

Terrestrial ecosystems are known for their diversity; they are grouped into large categories called biomes. Het groeperen van deze ecosystemen in slechts een paar bioomcategorieën verhult de grote diversiteit van de individuele ecosystemen binnen deze categorieën. Er is bijvoorbeeld een grote variatie in woestijnvegetatie: de saguaro-cactussen en andere plantengroei in de Sonorawoestijn, in de Verenigde Staten, zijn relatief overvloedig vergeleken met de desolate rotswoestijn van Boa Vista, een eiland voor de kust van West-Afrika (figuur 1).

Figuur 1. Woestijnecosystemen kunnen, zoals alle ecosystemen, sterk variëren. De woestijn in (a) Saguaro National Park, Arizona, heeft een overvloedige plantengroei, terwijl de rotswoestijn van (b) Boa Vista eiland, Kaapverdië, Afrika, verstoken is van plantengroei. (credit a: aanpassing van werk van Jay Galvin; credit b: aanpassing van werk van Ingo Wölbern)

Terrestrische biomen op aarde onderscheiden zich elk door karakteristieke temperaturen en hoeveelheid neerslag. Vergelijking van de jaarlijkse neerslagtotalen en de neerslagschommelingen van het ene biome tot het andere geeft aanwijzingen over het belang van abiotische factoren bij de verdeling van biomes. Temperatuurschommelingen op dagelijkse en seizoensbasis zijn ook belangrijk voor het voorspellen van de geografische spreiding van het biome en het vegetatietype in het biome. De verdeling van deze biomen toont aan dat eenzelfde biome kan voorkomen in geografisch verschillende gebieden met een vergelijkbaar klimaat (Figuur 2).

Figuur 2. Elk van ’s werelds belangrijkste biomen onderscheidt zich door karakteristieke temperaturen en neerslaghoeveelheden. Poolijs en bergen worden ook getoond.

Er zijn acht grote terrestrische biomen: tropische vochtige bossen, savannes, subtropische woestijnen, chaparral, gematigde graslanden, gematigde bossen, boreale bossen, en Arctische toendra. Hetzelfde bioom kan voorkomen op verschillende geografische locaties met een vergelijkbaar klimaat. Temperatuur en neerslag, en variaties in beide, zijn belangrijke abiotische factoren die bepalend zijn voor de samenstelling van dier- en plantengemeenschappen in terrestrische biomen. Sommige biomen, zoals gematigde graslanden en gematigde bossen, hebben duidelijke seizoenen, met koud weer en warm weer afwisselend gedurende het jaar. In warme, vochtige biomen, zoals het tropische natte bos, is de netto primaire productiviteit hoog, omdat warme temperaturen, overvloedig water, en een groeiseizoen dat het hele jaar doorloopt, de plantengroei aanwakkeren. Andere biomen, zoals woestijnen en toendra’s, hebben een lage primaire productiviteit als gevolg van extreme temperaturen en een tekort aan beschikbaar water.

Bekijk deze Assignment Discovery: Biomes video voor een overzicht van biomen. Selecteer een van de biomen op de uitgebreide afspeellijst om ze verder te verkennen: woestijn, savanne, gematigd bos, gematigd grasland, tropisch gebied, toendra.

Probeer het

Bijdragen!

Heeft u een idee om deze inhoud te verbeteren? We horen graag uw input.

Verbeter deze paginaLees meer