Races may exist in humans in a cultural sense, but biological concepts of race are needed to access their reality in a non-species-specific manner and to see if cultural categories correspond to biological categories within humans. Moderne biologische concepten van ras kunnen objectief worden geïmplementeerd met moleculair-genetische gegevens door middel van hypothesetests. Genetische datasets worden gebruikt om te zien of biologische rassen bestaan bij de mens en bij onze meest nabije evolutionaire verwant, de chimpansee. Uitgaande van de twee meest gebruikte biologische concepten van ras, zijn chimpansees inderdaad onderverdeeld in rassen, maar mensen niet. Aanpassingskenmerken, zoals huidskleur, zijn vaak gebruikt om rassen bij de mens te definiëren, maar dergelijke aanpassingskenmerken weerspiegelen de onderliggende milieufactor waaraan zij zich aanpassen en niet de algemene genetische differentiatie, en verschillende aanpassingskenmerken definiëren ongelijke groepen. Er zijn geen objectieve criteria om de ene adaptieve eigenschap boven de andere te verkiezen om ras te definiëren. Bijgevolg definiëren aanpassingskenmerken geen rassen bij de mens. In veel van de recente wetenschappelijke literatuur over de menselijke evolutie worden menselijke populaties afgeschilderd als afzonderlijke takken van een evolutionaire boom. Een boomstructuur bij de mens is bij elk onderzoek gefalsifieerd, dus is deze praktijk wetenschappelijk onverdedigbaar. Het is ook maatschappelijk onverantwoord, omdat deze picturale voorstellingen van de menselijke evolutie meer impact hebben op het grote publiek dan genuanceerde zinnen in de tekst van een wetenschappelijk artikel. Mensen hebben veel genetische diversiteit, maar het overgrote deel van deze diversiteit weerspiegelt individuele uniciteit en geen ras.