Mesopotamische chronologie, 747 tot 539 v.Chr.
De bron van waaruit het onderzoek naar de Mesopotamische chronologie is begonnen, is een tekst die de Canon van Ptolemaeus wordt genoemd. Deze koningslijst bestrijkt een periode van ongeveer 1.000 jaar, beginnend met de koningen van Babylon na de toetreding van Nabonassar in 747 v. Chr. De tekst zelf behoort tot de periode van het Romeinse Rijk en is geschreven door een Griekse astronoom die in Egypte verbleef. Bewijzen voor de fundamentele juistheid van de Canon van Ptolemaeus zijn afkomstig van de oude spijkerschrift tafelen die in Mesopotamië zijn opgegraven, waaronder enkele die verwijzen naar astronomische gebeurtenissen, voornamelijk maansverduisteringen. Tegen de tijd dat de opgravingen begonnen, was er dus al een tamelijk gedetailleerd beeld van de Babylonische chronologie beschikbaar voor de periode na 747 v. Chr. De Canon van Ptolemeus omvat de Perzische en Seleucidische perioden van de Mesopotamische geschiedenis, maar in dit gedeelte zal alleen de periode tot aan de Perzische verovering (539 v. Chr.) worden behandeld.
Het voornaamste probleem in de beginjaren van de Assyriologie was het reconstrueren van een rij voor Assyrië voor de periode na 747 v. Chr. Dit werd voornamelijk gedaan aan de hand van limmu- of eponiemenlijsten, waarvan er verschillende werden gevonden door vroege opgravers. Deze teksten zijn lijsten van functionarissen die slechts één jaar het ambt van limmu bekleedden en die door historici ook wel met de Griekse naam eponiem worden aangeduid. De annalen van de Assyrische koningen werden tegelijkertijd gevonden met de eponiemenlijsten, en een aantal van deze annalen, of van de daarin genoemde veldtochten, werden gedateerd door eponiemen die in de eponiemenlijsten voorkwamen. Bovendien waren sommige van de Assyrische koningen in de annalen ook koningen van Babylonië en als zodanig opgenomen in de Canon van Ptolemaeus.
Grote vooruitgang werd dus geboekt toen, kort na 1880, twee chronologische teksten van buitengewoon belang werden ontdekt. Een van deze, nu bekend als Koningslijst A, is in delen beschadigd, maar het einde ervan, dat goed bewaard is gebleven, valt samen met het eerste deel van Ptolemaeus’ Canon tot 626 v. Chr. De andere tekst, De Babylonische Kroniek, valt ook samen met het begin van de canon, hoewel hij eerder afbreekt dan koningslijst A. Met de publicatie van deze teksten was de eerste fase in de reconstructie van de Mesopotamische chronologie voorbij. Voor de periode na 747 v. Chr. bleef er slechts één ernstige lacune over, nl. het ontbreken van de eponiemenreeks voor de laatste 40 jaar van de Assyrische geschiedenis. Deze was in het begin van de zeventiger jaren nog niet vastgesteld.
Geef een antwoord