Een lawine die vanuit een punt loskomt en zich bergafwaarts verspreidt en meer sneeuw verzamelt – verschillend van een plaatlawine. Ook wel puntlawine of sluff genoemd.

Losse sneeuw die van een berghelling naar beneden glijdt, wordt een lawine van losse sneeuw genoemd. Kleine lawines van losse sneeuw worden sluffs genoemd. Losse sneeuwlawines kunnen droog of nat zijn.

Losse sneeuwlawines beginnen meestal vanuit een punt en waaieren uit naar buiten naarmate ze afdalen, en worden daarom ook wel “point releases” genoemd. Heel weinig mensen komen om door losse sneeuwlawines, omdat ze meestal klein zijn en de neiging hebben onder je te breken als je een helling oversteekt in plaats van boven je zoals plaatlawines vaak doen. De lawinecultuur neigt ertoe het gevaar van losse sneeuwlawines te minimaliseren en noemt ze soms “ongevaarlijke sluffs”. Maar dat is natuurlijk niet altijd het geval. Huizen zijn volledig verwoest door “ongevaarlijke sneeuwlawines”, en als ze in een lawine terechtkomen, kunnen ze het slachtoffer gemakkelijk meenemen over kliffen, in spleten of diep begraven in een terreinval zoals een geul. De meeste mensen die in sluffs omkomen zijn klimmers die verstrikt raken in natuurlijk getriggerde sluffs die van bovenaf naar beneden komen – vooral in natte omstandigheden of in de lente. Ook natte losse sneeuw slides bestaan uit dichte, zware sneeuw en kunnen soms uitgroeien tot grote en destructieve afmetingen.

Sluffs kunnen eigenlijk een teken zijn van stabiliteit binnen de diepere sneeuw wanneer nieuwe sneeuw naar beneden slufft zonder diepere platen te triggeren. Sluffs zijn meestal gemakkelijk aan te pakken, maar platen zijn dat zeker niet.