Vrouwen halen mannen in qua alcoholconsumptie en dit heeft belangrijke gevolgen voor hoe we denken over ons antwoord op schadelijk alcoholgebruik.
Van oudsher drinken mannen vaker alcohol dan vrouwen en drinken zij meer in hoeveelheden die schadelijk zijn voor hun gezondheid. Er zijn echter aanwijzingen voor een belangrijke verschuiving in het drinkgedrag, waarbij de percentages alcoholgebruik bij mannen en vrouwen van recentere geboortejaren naar elkaar toe lijken te groeien. In een poging om deze trend te kwantificeren, hebben wij gegevens van 68 studies in 36 landen met een totale steekproefomvang van meer dan vier miljoen mannen en vrouwen samengevoegd.
Alle studies die wij hebben onderzocht, hebben gegevens verstrekt over het drinken van zowel mannen als vrouwen over ten minste twee perioden. Sommige gegevens waren beschikbaar voor mannen en vrouwen geboren in het begin van de 20ste eeuw, andere voor mannen en vrouwen geboren in het einde van de 20ste eeuw, maar elk gegevenspunt vertegenwoordigde de verhouding tussen het alcoholgebruik van mannen en vrouwen voor diegenen die geboren waren binnen een specifiek tijdsbestek van vijf jaar. Samen waren wij in staat de verhoudingen in kaart te brengen over de gehele periode vanaf 1891 tot het jaar 2000 en alles daartussen.
Wij groepeerden de gegevens volgens drie ruime definities: elk alcoholgebruik (met andere woorden drinker of niet), problematisch alcoholgebruik (binge of zwaar episodisch drinken) en alcoholgerelateerde schade (negatieve gevolgen als gevolg van drinken zoals ongevallen of verwondingen of een diagnose van een alcoholgebruiksstoornis).
Wat wij ontdekten was dat de kloof tussen de geslachten in de loop van de tijd kleiner is geworden. Bij cohorten die begin 1900 zijn geboren, hadden mannen iets meer dan twee keer meer kans dan vrouwen om te drinken, drie keer meer kans om te drinken op een manier die wijst op problematisch alcoholgebruik, en drie-en-een-half keer meer kans om alcoholgerelateerde schade op te lopen.
Bij cohorten die eind 1900 zijn geboren, waren deze verhoudingen gedaald tot bijna één. Dit betekent dat tegen het einde van de vorige eeuw het drankgebruik door mannen en vrouwen bijna gelijk was geworden.
Wij hebben niet getracht te kwantificeren met hoeveel het alcoholgebruik daalt bij mannen en/of stijgt bij vrouwen. Van de 42 studies die een convergentie van het alcoholgebruik te zien gaven, meldden de meeste echter dat dit te wijten was aan een toename van het drankgebruik door vrouwen.
Een klein deel (5%) van de individuele geslachtsratio’s was kleiner dan één, waarvan het merendeel afkomstig was van cohorten geboren na 1981. Dit suggereert dat vrouwen die na 1981 geboren zijn, in feite meer en schadelijker drinken dan hun mannelijke collega’s.
Wat is er veranderd in de laatste 100 jaar?
We hebben geen definitief antwoord op de vraag wat de oorzaak is van de toename van het alcoholgebruik door vrouwen, maar in veel landen over de hele wereld hebben we aanzienlijke ontwikkelingen gezien in bredere sociale, culturele en economische factoren voor vrouwen en een toenemende aanvaarding van maatschappelijke normen rond het drinken door vrouwen.
Het is waarschijnlijk dat sekseverschillen in alcoholgebruik, waarschijnlijk op complexe manieren, verband houden met deze maatschappelijke veranderingen. De meeste mensen zullen beweren dat deze veranderingen positief zijn geweest. Maar een grotere blootstelling van vrouwen aan alcohol betekent ook een grotere blootstelling aan de lichamelijke en geestelijke gezondheidsrisico’s die gepaard gaan met te veel drinken.
Wat de redenen achter deze veranderingen ook zijn, het is duidelijk dat alcoholgebruik en de daarmee gepaard gaande problemen geen problemen zijn die alleen mannen treffen.
Dit is van belang omdat in de media en het publieke debat de aandacht vaak uitgaat naar jonge mannen en alcohol. Het is van belang omdat universele preventie een doeltreffende strategie kan zijn om schadelijk alcoholgebruik onder vrouwen terug te dringen. Het is belangrijk omdat, terwijl vrouwen voor bijna elk ander lichamelijk en geestelijk gezondheidsprobleem in hogere mate behandeling zoeken dan mannen, vrouwen die problemen ervaren in verband met alcohol over het algemeen geen behandeling zoeken.
Hoe eerder we onze voorlichtingscampagnes en onze preventie-, vroegtijdige interventie- en behandelingsprogramma’s rond dit begrip structureren, hoe beter onze gemeenschapsrespons op schadelijk alcoholgebruik zal zijn.
We moeten ervoor zorgen dat voorlichtingscampagnes die de schade van alcoholgebruik aanpakken, ontworpen zijn om zowel mannen als vrouwen aan te spreken. We moeten ons richten op adolescenten voordat hun drinkgedrag vaste voet aan de grond krijgt en we moeten zorgen voor hoogwaardige, empirisch onderbouwde universele preventie- en vroegtijdige interventieprogramma’s. We moeten de structurele barrières (zoals kosten en locatie) en de negatieve attitudes verminderen die vrouwen ervan weerhouden zich te laten behandelen voor alcoholproblemen.
Veel van de mannen en vrouwen die bijdragen tot deze veranderende drinkpatronen zijn nu pas in de 20 of 30. We moeten de drinktrends van de bevolking blijven volgen naarmate deze cohorten ouder worden, tot in hun veertigste, vijftigste en daarna. We moeten de vraag blijven stellen: hoe kunnen we beter doen om alcoholgerelateerde schade te voorkomen?
Tim Slade is universitair hoofddocent aan het NDARC, UNSW.
Cath Chapman is Senior Research Fellow aan het NDARC, UNSW.
Maree Teesson is hoogleraar aan het NDARC, UNSW.
Dit opiniestuk werd voor het eerst gepubliceerd in The Conversation.
U kunt de BMJ Open paper HIER downloaden.
Geef een antwoord