De preoperatieve periode betekent voor het merendeel van de patiënten een schrijnende situatie, die wordt gekenmerkt door angst en vrees. Dit is niet alleen ongemakkelijk voor de patiënt, maar de gelijktijdige activering van het sympathische zenuwstelsel is potentieel gevaarlijk voor een patiënt met aanleg. Daarom is het belangrijkste doel voor de patiënten preoperatief de angst te verminderen en sedatie op te wekken. Bovendien moet premedicatie, indien geïndiceerd, het risico van een aspiratiesyndroom minimaliseren, postoperatieve misselijkheid en braken (PONV) voorkomen, analgesie geven, secreties verminderen en infecties onder controle houden.

Naast angst en bezorgdheid kan stress zelfs een aanpassingssyndroom of depressie veroorzaken. De fysiologische reacties van alle orgaansystemen op epinefrine en noradrenaline zijn het gevolg van de stimulatie van het sympathische zenuwstelsel. Om deze effecten te kwantificeren worden fysiologische en biochemische parameters gebruikt. Angsten kunnen bewust worden herkend of gemaskeerd; voor angst wordt onderscheid gemaakt tussen trait-anxiety en state-anxiety, die van verschillend belang zijn. Gesteld kan worden dat de perioperatieve angst van invloed is op het resultaat van de patiënt.

Voor de preoperatieve medicatie moet zowel rekening worden gehouden met de individuele patiënt, op grond van de lichamelijke en psychische status en zijn voorgeschiedenis, als met de gewenste doelen. De meest gebruikte toedieningswijzen zijn oraal, rectaal of intranasaal. We kunnen onze farmaceutische premedicatie voor anxiolyse en sedatie kiezen uit verschillende klassen van stoffen zoals benzodiazepine, barbituraten, α-2-agonisten, waarbij we ons bewust moeten zijn van de specifieke effecten en bijwerkingen en ook van de mogelijkheid van antagonisatie. Anderzijds moet de anesthesist ook de betekenis van de psychologische premedicatie kennen.

Andere onaangename ervaringen voor patiënten postoperatief zijn misselijkheid en braken, die profylactisch moeten worden behandeld bij patiënten met een bekende voorgeschiedenis van PONV. Anticholinergica worden niet langer routinematig gebruikt voor premedicatie, en vanuit juridisch oogpunt wordt dit niet langer aanbevolen.